16 september 2020, 05:34
Een goede foto maken is één, ook weten welke foto goed is en welke minder is twee. Het proces achteraf is daarom misschien wel net zo belangrijk als het fotograferen zelf. Hoe kies je de juiste beelden uit?
Sinds de digitale fotografie het eenvoudig maakt om na een shoot met honderden beelden thuis te komen, is er een nieuw probleem bijgekomen. Vroeger – toen je nog met kostbare rolletjes en nog veel kostbaardere rol- of vlakfilm werkte – moest je wel goed kijken en het ultieme moment uitkiezen voor het maken van je foto. Je had immers maar een beperkt aantal mogelijkheden. Honderden beelden maken was gewoonweg veel te duur en daarnaast ook nogal onpraktisch. Een beetje sd-kaart kan tegenwoordig honderden beelden bevatten en het gevolg is dat je als fotograaf veel minder kritisch kijkt. Onder het mom van ‘het kan geen kwaad’ maak je vervolgens van iedere situatie tien of twintig foto’s en kun je achteraf kijken naar welk beeld je uiteindelijk gaat gebruiken.
Dat brengt twee problemen met zich mee. Als eerste duurt het proces achteraf veel langer omdat je door al die beelden heen moet en je er natuurlijk geen mag missen. Probleem twee is groter: doordat je zoveel beelden hebt kan het moeilijk zijn om te bepalen welk beeld goed is en welk beeld niet. Hoe meer keuze, hoe moeilijker het wordt. Dat is problematisch, want het uitkiezen van precies de goede beelden is nu juist enorm belangrijk.
Als Vincent van Gogh zijn topwerken bij het grofvuil gezet zou hebben en met de maandagmorgenschilderijen de boer op zou zijn gegaan, dan was er natuurlijk nooit wat van zijn wereldberoemdheid terechtgekomen. Zo is het ook bij een fotograaf: maak je schitterende foto’s maar kies je stelselmatig de verkeerde beelden uit om te publiceren, dan komt er – in fotografisch – opzicht niet veel van je terecht.
Maar, hoe weet je nu welke beelden goed zijn? Dat is geen gemakkelijk te beantwoorden vraag. Bovendien is het antwoord natuurlijk ook erg persoonlijk. Deze methodes kunnen je daar wel een handje bij helpen:
Neem de tijd
Honderden of duizenden beelden bekijken en selecteren maakt je soms blind voor je eigen werk. Neem daarom de tijd en afstand om ze op een later moment opnieuw te bekijken. Je zult zien dat je dan opeens heel helder voor ogen hebt welke beelden het beste zijn.
Overleg met andere fotografen
Twee mensen zien meer dan eentje. Dat geldt ook voor fotografen. Overleg kan geen kwaad en probeer daarom eens samen je foto’s door te lopen. Kijk waar de meningen overeenkomen, uiteenlopen of haaks op elkaar staan en kijk op die manier eens op een andere manier naar je eigen beelden.
Zoek naar interessant licht
Fotografie is voor een groot gedeelte het vastleggen of gebruikmaken van interessant licht. Zoek daar dus altijd naar. Of je nu een portret, een productbeeld, een landschapsfoto of een macrobeeld maakt: het licht is altijd belangrijk. Beelden die dat interessante licht niet bevatten kun je daarom al snel op de reservebank plaatsen.
Zoek naar consistentie
Consistentie is belangrijk, op allerlei vlakken. Zeker als je een serie maakt is het erg belangrijk dat de beelden in stijl, licht en aanpak op elkaar lijken. Zoek altijd naar beelden die elkaar versterken, maar waarvan je kunt zien dat ze ‘familie’ zijn. Let ook op het grotere plaatje: alle beelden die je maakt als fotograaf dragen bij aan je eigen stijl. Zoek naar die rode draad en onderhoud of verander deze desgewenst.