in

7 Tips voor wildlifefotografie

Wanneer je op reis gaat voor wildlifefotografie zorg je dat je goed voorbereid bent. Deze tips kun je dan ook zeker goed gebruiken. Of stuur een foto in voor de fotowedstrijd en win een workshop Wildlifefotografie

Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie


Fotowedstrijd Wildlife
Jambo Safari Club, de specialist voor maatwerkreizen naar Afrika, is benieuwd naar jouw Wildlife ervaring. Heb jij een originele foto? Stuur deze dan direct in voor de fotowedstrijd en maak kans op een van de 5 workshops Wildlife fotografie in de Biesbosch t.w.v. € 175,-.


1. Voorbereiding

Voor je begint aan de (foto)safari is het van belang dat je thuis de nodige voorbereidingen treft. Vind je safari in het buitenland plaats? Controleer of je in het betreffende land een verloopstekker nodig hebt om je accu’s op te laden. Zorg voor meerdere accu’s en laadt deze voor iedere fototrip volledig op. Neem voldoende geheugenkaartjes voor de gehele safari mee en maak eventueel een back-up van je foto’s op een laptop. Tot slot heb je een goede fototas nodig voor je materiaal. Reinigingsproducten voor je lens kan ook geen kwaad.

(foto: dickbleeker)

2. Leer het gedrag kennen

Iedere safari biedt andere dieren. Doe onderzoek naar het soort dieren die je tegen kunt komen en leer vervolgens het gedrag kennen. Leer wat een dier doet en op welke manier. Op deze manier kun je tijdens de safari ritmes en patronen in het gedrag vinden en inschatten wanneer welk gedrag wordt vertoont voor de juiste foto. Bij je eerste ontmoeting met een dier hoef je niet gelijk helemaal los te gaan met het fotograferen. Wacht eerst rustig een paar minuten het gedrag van het dier af, bepaal je compositie en druk daarna pas de ontspanknop in.

(foto: annejannes)

3. Geschikte lenzen

Tijdens een fotosafari zijn telelenzen (70-300mm) aan te raden. Zo kun je op een (veilige) afstand wildlife foto’s maken. Bedenk per trip welke lenzen je gaat gebruiken en laat de overige lenzen thuis. Een telelens is ideaal om portretten van dieren te schieten. Als variatie is het leuk om landschapsbeelden of groepen met dieren te fotograferen. Neem daarvoor een groothoeklens of een korte telelens (24-80mm) mee.

(foto: alphaz)

4. Bevries de beweging

Fotografeer wildlife altijd met een snelle sluitertijd. Dit is niet alleen handig om de actie van het dier vastleggen, het voorkomt ook bewegings- en trillingsonscherpte. Laat je de instellingen liever over aan de camera? Kies dan voor de Sport-stand. Handige functies zijn het continue scherpstellen (Canon: Al Servo-stand, Nikon: Continuous Focus), waarbij de camera een door jouw gekozen onderwerp blijft volgen, en beeldstabilisatie van de lens of camera om snelle en onverwachte acties scherp vast te leggen.

(foto: alicevankempen)

5. Scherptediepte

Bij portretten is het mooi om een open diafragma (laag getal) te gebruiken. Dit zorgt voor weinig scherptediepte. Het geportretteerde dier is scherp en komt los van de onscherpe achtergrond. Met een telelens bereik je al snel dit resultaat. Vergeet niet om altijd de scherpte op de ogen te leggen voor een sprekend resultaat. Voor een overzichtsfoto heb je meer scherptediepte nodig. Verklein hiervoor het diafragma (groot getal). Waarschijnlijk moet je dan wel de iso-waarde omhoog schroeven voor een goed belicht eindresultaat.

(foto: giraffe)

6. Ondersteuning

Een grote telelens heeft ondersteuning nodig. Een statief kan hierbij helpen, maar is niet altijd even praktisch. Een bonen- of rijstzak kan ook een uitkomst bieden. Het voordeel van zo’n zak is dat je deze leeg in je koffer kunt meenemen en pas bij aankomst vullen met rijst, bonen of zand. Een andere optie is een éénpootstatief. Kan je in een situatie geen ondersteuning vinden, zorg dan dat de sluitertijd niet langer is dan de brandpuntsafstand van je lens. Fotografeer je met een 300mm lens, dan mag de sluitertijd niet langer zijn dan 1/300 seconde.

(foto: mr1980)

7. Schietklaar

Wanneer je een dier spot is nooit zeker, maar je kunt je camera wel schietklaar maken voor dit moment. Natuurlijk hoef je niet constant de camera in je hand te houden. Dit is een in zanderige of stoffige omgeving juist af te raden. Schietklaar houdt in dat je in elke lichtsituatie alvast de juiste instellingen op je camera kiest. Verandert het licht, dan verander je ook je instellingen. Bewaar je camera vervolgens met lenzendop bevestigd in je cameratas en haal deze tevoorschijn wanneer er een dier in zicht verschijnt.

(foto: ed-molenaar)

Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

RAW of JPEG – Waarom professionele fotografen in raw fotograferen

De meest fotogenieke bloemen voor macrofotografie