Do: allebei op je gemak
Hoe beter je een huisdier kent, hoe bekender je bent met het karakter en het gedrag. Vandaar dat het net iets makkelijker is om jouw eigen huisdier te fotograferen, dan het huisdier van iemand anders of een diersoort waar je weinig ervaring mee hebt. Daarnaast voelt jouw eigen dier zich op zijn gemak bij jou, terwijl een vreemd dier even aan je zal moeten wennen.
Do: vertrouwde omgeving
In de eigen omgeving zal een huisdier zich veilig en vertrouwd voelen. Daarmee is het de perfecte plek om prachtige foto’s te maken. Fotografeer je het huisdier van iemand anders, dan is het dus handig om het daar thuis te doen. Tenzij je natuurlijk studio- of buitenopnames maakt of je apparatuur niet mobiel is.
Do: observeren
Begin niet meteen met fotograferen, maar neem even de tijd om aan elkaar te wennen, ongeacht de plek waar je fotografeert. Observeer en probeer in te schatten of een huisdier bijvoorbeeld angstig of schichtig is, want dan weet je dat je meer tijd moet uittrekken om vertrouwen te winnen. Komt een huisdier enthousiast naar je toe, dan kun je veel sneller aan de slag.
Huisdieren moeten zich op hun gemak voelen voordat je leuke foto’s kunt maken.
Laurie Rijsdijk, laurier.zoom.nl
Canon 70D · ISO 640 · F 4 · 1/320 SEC · 25 MM
Do: informatie vergaren
Van je eigen huisdier weet je vast wel wanneer de beste fotomomenten zich voordoen, wat het favoriete speeltje is en waar binnen of buiten de lievelingsplekjes zijn om te ravotten, een dutje te doen of zich te verstoppen. Van een vreemd dier weet je dat niet en heb je meestal niet de tijd om dat allemaal zelf te ontdekken. Peuter daarom zoveel mogelijk informatie los bij de eigenaar: wat vindt dit dier leuk en minder leuk om te doen en wil het bijvoorbeeld opgepakt of geaaid worden. Vraag ook naar karaktereigenschappen en gedragingen.
Ken je het huisdier niet, informeer dan naar karakter, gedrag en waar hij of zij blij van wordt.
Judith Vrugt, judithvrugt.zoom.nl
Canon 5D III · ISO 640 · F 1,8 · 1/400 SEC · 135 MM
Don’t: je opdringen
Door een huisdier zoveel mogelijk zijn eigen gang te laten gaan, laat je zien hoe het dier zich in het echt gedraagt. Katten verzinnen bijvoorbeeld de opmerkelijkste slaapplekken, terwijl een hond vreemde kapriolen uithaalt met zijn favoriete speeltje of een lege doos, een konijn met nesteldrang met een bek vol hooi door het hok rent, of een papegaai zijn voederbak compleet overhoop gooit op zoek naar dat ene lekkere nootje.
Het is een kwestie van het huisdier in de gaten houden en zodra je een leuk fotomoment verwacht je camera erbij pakken. Niet elk huisdier is gewend aan camera’s en kan vooral als je dichtbij komt even terugdeinzen of er juist nieuwsgierig aan snuffelen of likken. Geen probleem, na een tijdje weten ze niet beter en negeren ze het toestel. Tijdelijk wat meer afstand houden lost dit ook op.
Laat je huisdieren hun eigen gang gaan, dan leg je spontane, natuurlijke momenten vast.
Rianne-vt, rianne-vt.zoom.nl
Canon 750D · ISO 100 · F 5,6 · 1/50 SEC · 85 MM
Do: veiligheid
Je kunt ook de regie in handen nemen door je huisdier op een leuke plek neer te zetten die het goed doet op een foto. Doe dat alleen als je huisdier gewend is opgepakt te worden en zet bijvoorbeeld je konijn of cavia niet ergens waar het gevaar loopt of vanaf kan vallen. Zolang dieren rustig zitten lijkt er weinig te kunnen misgaan, maar ze kunnen plotsklaps in beweging komen en zeker als ze schrikken springen ze blindelings alle kanten op.
Do: vooraf onderzoek doen
Niet over elke diersoort heb je dezelfde mate van regie. Een schildpad lok je vast wel met een slablaadje of stukje komkommer uit zijn schuilplaats, maar of hij meteen jouw lens inkijkt zodra je zijn naam roept? Bij dit soort (huis)dieren is het belangrijk dat je ontdekt wat het natuurlijke gedrag is en welke routines ze hebben. Wanneer slapen ze, zoeken ze naar eten, zitten of liggen ze lekker in een hoekje te doezelen en wanneer zijn ze juist (hyper)actief? Dan stem je daar jouw fotomomenten op af.
Heb je nog geen ervaring met je nieuwe huisdier? In boeken en online is van elke diersoort van alles te vinden over gedrag en (leef)gewoonten zodat je alsnog weet waar je aan toe bent.
Neem het heft in eigen hand als je een bepaalde foto op het oog hebt. Deze kat reageert op een bepaald speeltje en snoepjes, en de aandacht is getrokken door een assistent.
Suleika Vullings, suleikavullings.zoom.nl
Canon 5D IV · ISO 100 · F 2,8 · 1/200 · 55 MM
Do: vanaf ooghoogte
Dieren vanaf ooghoogte fotograferen is altijd een goed idee, omdat je dan zowel het huisdier als de omgeving vanuit dierenperspectief ziet. Door redelijk dichtbij te fotograferen met bijvoorbeeld een 35 of 50 millimeter prime of een standaardzoomlens, is het net of je de dierenwereld binnenstapt. Met een 85 mm of telelens houd je meer afstand: dat werkt vooral goed bij schichtige dieren en wanneer je ze niet wilt verstoren tijdens hun bezigheden. Daarnaast geeft dit perspectief weer heel andere foto’s.
Op ooghoogte heb je direct contact met een huisdier. De foto is gemaakt in de woonkamer met een achtergronddoek en een studiolamp.
Karin Vogt, karinvogt.zoom.nl
Nikon D500 · ISO 100 · F 10 · 1/125 SEC · 95 MM
Do: afwijkend perspectief
Door wat lager te gaan zitten of liggen en je lens schuin omhoog te richten, kijk je tegen het huisdier op en maak je een stoer of statig portret van bijvoorbeeld je hond, kat of leguaan. Terwijl een foto die je vanaf hoger maakt een aandoenlijk beeld geeft van een pup, kitten, of een wildeman die zojuist jouw nieuwe schoenen volledig kapot heeft gekauwd. Het perspectief is daarmee een belangrijke sfeerbepaler.
Don’t: halsband
Honden en katten hebben vaak een halsband. Je foto’s krijgen een wat professioneler karakter als je het dier zonder halsband fotografeert. Overleg wel even met de eigenaar of je die af kunt doen voor de foto’s.
Do: maak (oog)contact
Vooral een alerte blik en actieve houding doet het goed op (geposeerde) dierenfoto’s. Daarnaast is het net als bij portretfoto’s van mensen belangrijk dat de ogen goed te zien zijn. De meeste huisdieren reageren direct op geluid en (snelle) bewegingen. Zwaai daarom met je arm of een felgekleurd speeltje en probeer wat geluiden uit waarbij je ook de toonhoogte varieert, om te ontdekken hoe je het beste de aandacht trekt. Zo is het ene hondenras gevoelig voor hoge geluiden en een andere juist voor lage knorgeluiden. Druk meteen af zodra het dier verwachtingsvol opveert en in de lens kijkt, want een tel later is het moment alweer voorbij.
Druk snel af zodra je oogcontact hebt.
Bart van Mastrigt, bmas.zoom.nl
Canon 200D · ISO 500 · F 1,8 · 1/160 SEC · 50 MM
Lichtinval
Kijk altijd goed naar het licht dat je tot je beschikking hebt. Door de lichtinval werd mijn kat mooi uitgelicht tegen de donkere achtergrond van de kast. En door een groot diafragma te gebruiken, springen de ogen er nog meer uit tegen de onscherpe achtergrond.
Bart van Mastrigt, bmas.zoom.nl
Do: assistent
Het is slim om het baasje of bijvoorbeeld een huisgenoot tot assistent te benoemen, zodat jij je handen vrij hebt. Laat die persoon vlak naast of achter je plaatsnemen en de aandacht trekken, zodat het net lijkt of het dier in jouw richting kijkt.
Do: snoepjes
Een andere manier om de belangstelling van je huisdier te wekken is door iets lekkers te geven. Zit jouw konijn in een donker hoekje verstopt? Leg een stukje winterpeen of wat paardenbloem neer en hij komt als een raket tevoorschijn. Bij honden kun je een snoepje of snack als beloning gebruiken nadat je ze op de door jou gewenste manier op de foto hebt gezet. Ook een papegaai, ara of parkiet kijkt vol belangstelling naar het lekkers dat je voor hem houdt. Verder reageren vogels vaak goed op geluiden van soortgenoten. Neem het geluid op met je telefoon, of speel een online filmpje af.
Do: instellingen testen
Dieren zijn vaak erg ongedurig en dat maakt het lastig om de perfectie compositie te maken. Zit je helemaal klaar en wil je net afdrukken, schiet ineens de kop omhoog of opzij en heb je zomaar een afgesneden oor of halve kop op de foto, of een geamputeerde staart of vleugel. Stel daarom eerst je camera zo goed mogelijk in en controleer dit met een paar testopnamen. Zodra dat in orde is, hoef je het huisdier alleen nog maar jouw kant op te laten kijken, eventueel snel een kleine koerscorrectie uit te voeren omdat dat ene oortje toch iets verder uitsteekt dan je had verwacht en dan meteen af te drukken. Je kunt er ook voor kiezen om bij zoiets als een close-up van een kat of konijn de oren grotendeels uit beeld te laten voor een krappe uitsnede.
Regel eerst de techniek en concentreer je daarna op vastleggen van het perfecte moment.
Lia Hulsbeek Brinkman, hulsman.zoom.nl
Nikon D750 · ISO 3200 · F 3,5 · 1/250 SEC · 50 MM
Do: nauwkeurig scherpstellen
Kies bij voorkeur zelf het scherpstelpunt en laat dit niet aan de camera over. Op die manier kun je heel nauwkeurig op de gewenste plek scherpstellen. Vaak zal dat op de ogen zijn en zo voorkom je dat de camera alsmaar op het puntje van de neus of de snavel blijft scherpstellen. Maak verder niet één maar meerdere foto’s. Daarmee verhoog je de trefkans aanzienlijk en zoek je achteraf eenvoudig de foto met de beste scherpte en mooiste compositie uit.
Don’t: alleen de ogen scherp
Het is zeker niet zo dat de ogen altijd ragscherp moeten zijn, dus experimenteer vooral en kijk per situatie wat het beste werkt. Zijn de ogen bijvoorbeeld gesloten, dan kan het erg fraai zijn als de scherpte meer naar voren ligt op de neus of de snavel en de ogen dus al een beetje vervagen. En misschien gaat het jou juist om het snoezige snuitje met die lange snorharen, de prachtige gekromde haaksnavel, die bontgekleurde vacht of vleugel.
Hoeveel je scherp in beeld neemt is vooral een persoonlijke keuze.
Boske, boske.zoom.nl
Canon 5D IV · ISO 640 · F 3,2 · 1/400 SEC · 200 MM
Do: bewuste diafragmakeuze
Kies een diafragma dat je de gewenste scherptediepte geeft. Hoeveel je scherp op de foto wilt hebben, is heel persoonlijk. Misschien wil je met een grote diafragmaopening vooral het gebied rond de ogen scherp hebben, waarbij de rest van het dier iets waziger mag zijn en de achtergrond zelfs helemaal moet vervagen. Of misschien wil je liever de leefomgeving van het dier laten zien, waarbij je juist een kleinere lensopening gebruikt. Zo wordt het dier grotendeels scherp en de omgeving wel iets waziger, maar nog steeds goed herkenbaar.
Don’t: volle zon
Erg lichte en/of donkere dieren fotografeer je het beste niet in de volle zon, omdat het anders erg moeilijk is om vacht, veren of schubben goed doortekend vast te leggen. Denk aan een witte, zwarte of zwart-witte kat. Wit verandert al snel in een lelijke overbelichte vlek, terwijl al het zwarte veel te donker blijft. Zoek dan liever de schaduw op, of kies een (deels) bewolkte dag.
Do: korte sluitertijd
Fotografeer je dieren in actie, dan heb je een korte, snelle sluitertijd nodig om de actie te bevriezen en het dier scherp te fotograferen. Je kunt hiervoor prima de Tv-stand van je camera gebruiken. Daarnaast is het een idee om de continustand (burst) te gebruiken en de camera eventueel ook continu te laten scherpstellen, om de kans te vergroten dat de foto’s scherp zijn én je de mogelijk hebt achteraf de opname(s) met de mooiste lichaamshouding te kiezen.
Voor actiefoto’s is een korte sluiertijd onmisbaar. Hans is hier geduldig blijven wachten tot dit ‘lucky shot’.
Hans Stam, hansstampertje.zoom.nl
Canon SX10 IS · ISO 400 · F 5 · 1/320 SEC · 33 MM
Do: lange sluitertijd
Voor dieren in rust heb je geen snelle sluitertijd nodig. Stel dat jouw huisdier ligt te slapen of waakzaam de omgeving in de gaten houdt. Dan luistert de sluitertijd niet zo nauw, waardoor je ook bij weinig licht de iso-waarde lekker laag kunt houden. Let er wel op dat je nog uit de hand kunt fotograferen en dus ook onscherpte door eigen bewegingen voorkomt. Je kunt in zo’n geval prima in de Av-stand werken, zodat je precies de scherptediepte krijgt die je voor ogen hebt.
Vooral als de lichtomstandigheden goed zijn, kun je ook prima de M-stand gebruiken om grip te hebben op de scherptediepte én tegelijkertijd bewegingsonscherpte te voorkomen.
Do: rekening houden met het dier
Fotografen lijken soms onvermoeibaar en gaan maar door met fotograferen. Voor een model is dat niet altijd even prettig, zeker niet als het om dieren gaat. Houd daarom goed in de gaten of jouw huisdier het nog wel leuk vindt en energie over heeft om voor jou te poseren. Zeker als je steeds om aandacht staat te vragen, is een dier dat op een gegeven moment zat en wil het liever met rust gelaten worden of iets anders doen.
Don’t: koppig doorgaan
Blijf niet koppig doorgaan met fotograferen als je dier het zat is, omdat jij nog niet de foto hebt die je in gedachten had. Of omdat je nog even snel een heel andere foto wilt maken. Als jouw dier niet meer enthousiast meewerkt, wordt het sowieso erg lastig om nog een echt mooie foto te maken. Je doet het dier én jezelf hier geen plezier mee. Doe daarnaast vooral geen dingen die een dier niet leuk vindt, bang maakt, of in gevaar brengt.
Let ook op signalen dat je huisdier er genoeg van heeft model voor jou te staan.
Annette Hagemeijer, annettehagemeijer.zoom.nl
Nikon D810 · ISO 100 · F 9 · 1/200 SEC · 27 MM