16 februari 2020, 09:30
Je bent net begonnen met fotograferen en weet er nog niet zo veel van. Dan kan instappen best lastig zijn. Om je een beetje op weg te helpen, leggen wij hier alvast een aantal termen uit.
Bokeh
Als je fotografeert met weinig scherptediepte, krijg je een wazige achtergrond. Dit wordt bokeh genoemd. Hoe waziger de achtergrond, hoe mooier de bokeh. Bokeh zorgt ervoor dat de achtergrond rustig is, dat de kleuren mooi in elkaar overlopen en dat de aandacht op de voorgrond gevestigd wordt. Bokeh is ook te herkennen aan ronde, zachte bollen op de achtergrond. Deze worden veroorzaak door lichtpuntjes in het beeld.
Meer weten over bokeh en hoe je dit effect kunt creëren? Lees dan: Wat is bokeh en wat voor effect geeft het?
Foto: birgitte61
Gulden Snede en Regel van Derden
De Gulden Snede en de Regel van Derden lijken erg op elkaar, maar zijn niet helemaal hetzelfde. Beide regels helpen je met de compositie. Bij de Regel van Derden deel je het beeld, in gedachten, op in negen vlakjes door twee horizontale lijnen en twee verticale lijnen te plaatsen. Door je onderwerpen op die lijnen te plaatsen ontstaat een interessantere compositie. Een onderwerp op een kruispunt is nog beter, ons oog gaat gemakkelijk naar een van die punten.
Ook bij de Gulden Snede delen we het beeld in gedachten op in negen vlakken met twee horizontale en twee verticale lijnen. Het verschil met de Regel van Derden, is dat de vlakken in de Gulden Snede niet even groot zijn. De lijnen zitten bij deze regel wat meer naar het midden. Ook bij deze regel is het de kunst om je onderwerp op een van de lijnen of kruispunten te plaatsen voor een spannendere compositie.
Foto: SanneBontan
RAW
Foto’s maak je in RAW of in JPG. Een foto in JPG is een foto die de camera als het ware al enigszins voorbewerkt heeft en direct deelbaar is op bijvoorbeeld social media. Dit is een relatief klein bestand, waarin deze bewerkte data in opgeslagen zit. In een RAW-bestand zit nog alle ‘ruwe’ data die ontstaan is tijdens het maken van de foto. Een RAW-bestand is dus een enorm groot bestand, waarin zoveel mogelijk detail, kleur en dynamisch bereik (hooglichten en schaduwen) opgeslagen zitten. Een RAW-bestand dient echter wel nabewerkt te worden, net zoals in het analoge tijdperk een negatief nog ontwikkeld moest worden. Wil je snel een foto delen? Dan is JPG een logische keuze, wil je alles uit de foto halen, dan raden we RAW aan. Veel camera’s bieden de keuze om in beide formaten tegelijk te fotograferen.
Foto: naominikon
Low-key en high-key
Een low-key foto is eigenlijk gewoon een foto die gemaakt is bij weinig licht, met een flits en met een pikzwarte achtergrond. Voor een low-key foto heb je minimaal één studioflitser nodig die voor de zachte belichting zorgt. Een low-key foto is een foto met veel contrast en contouren. Naast low-key bestaat er ook high-key. Hierbij is de achtergrond niet zwart, maar wit en is de foto gemaakt met veel licht, waardoor er weinig contouren te zien zijn.
Foto: Leonie van den Udenhout Fotografie
Brandpuntsafstand
De brandpuntsafstand wordt gemeten in millimeters en staat op je objectief. Hoe lager het getal, hoe wijder je beeld is. Groothoeklenzen hebben vaak een brandpuntsafstand van 24mm tot 35mm, lenzen onder de 24mm noemen we supergroothoek. Telelenzen zitten vaak op een brandpuntsafstand van 70mm tot 200mm. Er bestaan ook supertelelenzen, die gaan vaak tot wel 500mm.
Let op: je brandpuntsafstand is ook afhankelijk van je sensorgrootte, lees daar hier meer over.
Foto: KarindeBruin
Diafragma
Het diafragma zit in je lens en is een soort klepje, dat open en dicht kan schuiven, bestaande uit meerdere lamellen. Het diafragma is eigenlijk goed voor twee dingen. Allereerst zorgt het voor de lichttoevoer in je camera. Een diafragma wordt aangegeven met het zogenoemde F-getal. Een laag F-getal betekent een groot diafragma, dus veel lichtinval. Een hoog F-getal betekent een klein diafragma dus weinig lichtinval.
Verder regelt het diafragma ook de scherptediepte in je foto. Heb je een laag F-getal ingesteld, dan heb je een kleine scherptediepte en dus een wazige achtergrond. Hoe hoger je het F-getal instelt, hoe groter je scherptediepte en hoe meer scherpe voorwerpen in je foto.
Foto: foscofotografie
Sluitertijd
De sluitertijd geeft aan hoe lang de sensor blootgesteld wordt aan licht van buitenaf. Als je sluitertijd heel snel is, heeft je camera maar heel kort de tijd om licht te vangen en is de foto dus donkerder. Als je je sluitertijd langer maakt, vangt je camera meer licht en wordt je foto dus ook lichter. Maar let op: hoewel een langere sluitertijd meer licht oplevert, vangt dit ook het bewegende licht op, en kan het dus voor bewegingsonscherpte zorgen in de uiteindelijke foto. Dit kan een gewenst creatief effect hebben, maar zorgt al snel voor onscherpe foto’s. Een snelle sluitertijd is nodig voor foto’s met veel beweging, om voor je eigen handbewegingen en die van het onderwerp te compenseren.
Foto: Dangerprone
ISO
ISO staat voor de lichtgevoeligheid van de camerasensor. Hoe hoger je de ISO instelt, hoe lichtgevoeliger je sensor is en hoe lichter je foto dus wordt. ISO zorgt echter ook voor ruis op je foto, waarbij je in de hoge regionen (bij moderne camera’s vaak boven ISO 3200) enorm veel ruis tegenkomt, die ook kleuren en details verstoren in de foto.
Foto: Hermsenfotografie
Histogram
Een histogram is een grafiek die laat zien hoe het licht in je foto verdeeld is. Hierbij staat rechts voor licht (wit) en links voor donker (zwart). Zit er een grote piek aan de rechterkant? Dan is je foto waarschijnlijk overbelicht en kun je beter je instellingen wat aanpassen. Zit er een piek aan de linkerkant? Dan is je foto waarschijnlijk juist onderbelicht. Het is vaak niet erg als er een kleine piek links of rechts zit, als de grootste piek maar in het midden zit.
Lees hier alles over hoe je een histogram leert lezen.
Foto: AGDBeukhof
Witbalans
Het woord zegt het eigenlijk al. Witbalans geeft aan hoe wit de witte tinten in je foto zijn. Door verschillend licht (tl-licht, bewolking, direct zonlicht), kunnen de kleuren namelijk nogal veranderen. Bij bewolking worden foto’s bijvoorbeeld gemakkelijk blauw. Je kunt dan de witbalans van je camera instellen op bewolking om ervoor te zorgen dat die kleuren toch goed blijven. Fotografeer je in RAW, dan kun je de witbalans achteraf nog altijd volledig in de nabewerking bepalen; alle nodige informatie hiervoor zit dan opgeslagen in het bestand.
Foto: MichelleZwakhalen