
“Ik bewerk eigenlijk al mijn foto’s in Lightroom Classic en doe vrijwel niets met Photoshop”, vertelt Wim. Allereerst plaatst hij de foto’s natuurlijk in zijn bibliotheek en maakt hij een selectie van de beste beelden. “Je maakt behoorlijk veel foto’s op zo’n avond, dus dan kan het selecteren ook erg lastig zijn.” Na de eerste selectie gaat Wim altijd nog een keertje door zijn foto’s om te kijken of hij er toch geen gemist heeft.
Witbalans en kadreren
Als de keuzes gemaakt zijn, begint het bewerken. “Ik begin dan met de Witbalans, die zet ik omlaag naar ongeveer 3700 tot 4000 kelvin. De tint zet ik vervolgens standaard +10 omhoog richting het rood. Dit om eventueel rood licht dat in de foto zit net een klein beetje naar voren te halen”, legt Wim uit.
Wim gaat daarna door naar het kadreren van de foto. Hier en daar snijdt hij de foto een beetje bij of zet hij hem recht. Hij kijkt of zijn compositie net zo mooi is als hij had bedacht en kijkt of hij deze, door het opnieuw kadreren van de foto, nog beter kan maken.
Vervolgens duikt hij verder in het Standaard-paneel om de eerste dingen in de belichting aan te passen. De Witte tinten haalt hij wat omhoog, om de sterren mooi op te lichten. Vervolgens haalt hij ook de Schaduwen wat op, zodat de voorgrond wat meer belicht is.
De mooiste kleuren
Bij de Kleurtintcurves trekt hij in het RGB-kanaal het zwartpunt (links van de curve) iets omhoog. Hierdoor wordt het beeld iets helderder in de donkere gedeelten, maar verliest het ook wat contrast. “Om dat contrast terug te brengen, val ik terug op de klassieke S-curve”, legt Wim uit. Ook het blauwkanaal past hij nog wat aan, daar trekt hij het punt iets omhoog, zodat de nachthemel mooi blauw wordt.
Bij het paneel Kalibratie zet hij flink wat schuifjes een stuk omhoog. “Bij Groen zet ik de Kleurtoon altijd rond de +13 terwijl ik de Verzadiging juist verminder. Dat is immers de voornaamste kleur van het noorderlicht en je wilt dat dat eruit springt. Blauw zet ik ook een heel eind omhoog, hiervan zowel de Kleurtoon als de Verzadiging), ook weer voor die nachthemel. Ook Rood zet ik nog een klein beetje omhoog”, legt Wim uit. “De Schaduwen zet ik op +11 voor wat meer rode tinten.”
Radiaalfilters en gradientfilters
Wim kiest er vrijwel standaard voor om drie verloopfilters toe te voegen aan zijn foto’s. Eén voor de lucht, één voor de voorgrond en één voor de horizon. “Voor de lucht en de voorgrond pas ik eigenlijk hetzelfde filter toe. Ik zet de helderheid wat omhoog, zodat alles wat meer structuur krijgt. Soms zet ik in de lucht ook de wittinten nog een beetje extra aan. De lucht bewerk ik met een Luminantiemasker waarbij ik het noorderlicht intact laat en de nachtelijke hemel dieper blauw maak. Voor het Radiaalfilter op de horizon doe ik eigenlijk maar één ding en dat is een klein beetje nevel toevoegen. Niet te veel, maar gewoon net genoeg om de foto een beetje diepte te geven.”
Volgens Wim zijn noorderlichtfoto’s het mooist als er veel structuur in het licht zit. Daarom gaat hij vaak nog even met het Penseel over het noorderlicht. Daar voegt hij dan nog wat helderheid aan toe, zodat er nog wat meer structuur en diepte in komt.
Het laatste wat hij vervolgens nog in Lightroom Classic doet, is de Ruisonderdrukking op 20 zetten. “Die zet ik nooit hoger dan twintig, want dan krijg je onscherpte”, vertelt hij. Daarna houd hij de Alt-toets ingedrukt en sleept hij het schuifje bij Masker tot hij enkel nog de lijnen van het noorderlicht en eventueel de voorgrond ziet. “Vaak zit dat getal dan rond de twintig of dertig.”
In Photoshop
De foto van Lofoten heeft Wim nog wel in Photoshop geopend, die is namelijk samengesteld uit twee foto’s. Eén foto voor de voorgrond en één voor het noorderlicht zelf. Zo kon hij de hele foto mooi scherp krijgen, dit wordt ook wel focus stacking genoemd. Wanneer je een voorgrond dichtbij hebt, of bijvoorbeeld in de sneeuw staat met besneeuwde bomen verderop, is het volgens Wim een aanrader om deze techniek op te pakken.
“Ik heb de twee foto’s als lagen in Photoshop geopend. Vervolgens selecteer je beide lagen, klik je op Bewerken en vervolgens op Lagen automatisch overvloeien. Photoshop doet dan eigenlijk al het werk voor je en voegt je horizon en je voorgrond naadloos samen.”