Scherpstellen
Bij macrofotografie komt het aan op heel dicht voor de lens scherpstellen. Zo maak je een onderwerp beeldvullend of breng je unieke details naar boven. Bij een standaardobjectief moet je al gauw zo’n 40 cm afstand houden. Dan lukt het niet om een klein onderwerp of detail beeldvullend te fotograferen. En met een teleobjectief kom je al net zo bedrogen uit.
Met een echt macro-objectief lukt van heel dichtbij scherpstellen wel: zoals rond 20 cm bij een standaardobjectief tot een nog steeds respectabele 50 cm voor een flinke telelens.
Het is overigens niet zo dat je bij macrofotografie altijd bovenop je onderwerp zit. Je hebt macrolenzen met verschillende brandpuntsafstanden. Als je fotografeert met een 150mm-macrolens, kun je een onderwerp van een flinke afstand toch 1 op 1 op de sensor afbeelden.
Goed scherpstellen is bij macrofotografie essentieel.
Daan de Vos, daan-de-vos.zoom.nl
Canon 50D · ISO 100 · F 2,8 · 1/10 SEC · 100 MM
Cameratype
Heb je altijd een spiegereflex of systeemcamera met macro-objectief nodig om macrofotografie te beoefenen? Nee hoor want met de meeste compactcamera’s kun je ook al prima macrofoto’s maken. Sommige modellen stellen al vanaf 1 of 2 cm vanaf de frontlens scherp.
Spiegelreflex- en systeemcamera’s kun je ook geschikt maken voor macrofotografie met een voorzetlens of een setje tussenringen.
Voorzetlenzen
Voorzetlenzen zijn eigenlijk een soort brillenglazen, in sterktes van +1 tot +10 dioptrie. Ze verkleinen de minimale instelafstand van het objectief. Met meer dioptrie kun je dichterbij fotograferen. Voorzetlenzen kun je stapelen, waardoor je nog dichter op je onderwerp kunt kruipen. Ze hebben als voordeel een lage prijs, plus ze nemen geen licht weg. Nadeel is dat je de optische prestaties van het objectief ermee vermindert.
Met close-up-filters zet je een soort brilletje voor je objectief.
Tussenringen
Tussenringen komen meestal in setjes van drie en doen hetzelfde als de voorzetlens: ze verkleinen de minimale instelafstand. De beeldkwaliteit van het objectief blijft gelijk, maar de ringen nemen wel licht weg, omdat de afstand van het objectief tot de sensor groter wordt.
Met tussenringen verklein je de minimale instelafstand.
Macro-objectieven
Wil je de allerhoogste kwaliteit bereiken in de macrofotografie, dan ontkom je niet aan een speciaal macro-objectief. Macro-objectieven zijn praktisch in het gebruik, omdat het instelbereik loopt van oneindig tot dichtbij. Op de kortste instelafstand hebben ze meestal een afbeeldingsmaatstaf van 1:1 op een fullframe-camera.
Macro-objectieven zijn er in verschillende brandpunten, van 50 tot 200 mm. Het kleinste brandpunt is het goedkoopst in aanschaf, maar heeft als nadeel dat je dicht op het onderwerp moet kruipen. Dat maakt dit brandpunt minder geschikt voor dieren als vlinders, libellen of slangen; deze zullen ervandoor gaan als je te dichtbij komt.
Voor wat meer afstand tot je onderwerp kies je een objectief van zo rond de 100 mm. Deze levert bovendien meer onscherpte in voor- en achtergrond, wat mooier en rustiger toont. Ook zijn sommige tele- of telezoomobjectieven bruikbaar voor fotografie van dieren als libellen, middelgrote vlinders, kikkers en slangen.
Een objectief dat we graag bij naam willen noemen, is de Nikon 80/400 AF VR type 2; met de kortste instelafstand van anderhalve meter op 400 mm zijn daar ook bijzonder aardige foto’s van de eerdergenoemde dieren mee te maken! Voordeel van dit lange brandpunt is de grote afstand tot het onderwerp, plus dat je zeer selectief met scherpe en onscherpe vlakken kunt werken.
Voor zo’n beeld heb je onder andere een gespecialiseerd objectief nodig! Hier is een microscoopobjectief gebruikt. Dit is ook nog eens een focus-stack van 420 foto’s.
Marco Jongsma, marcojongsma.zoom.nl
Canon 6D · ISO 400 · F 2,8 · 1/125 SEC · 100 MM
Statief of niet?
In het analoge tijdperk waren er twee belangrijke redenen om bij macrofotografie met statief te werken: de lage lichtgevoeligheid van de films en de gewoonte om zoveel mogelijk van het onderwerp scherp af te beelden. Dit laatste betekende dan al snel een klein diafragma van F 11, waardoor de sluitertijd zo laag werd dat uit de hand schieten al bijna niet meer mogelijk was.
Tegenwoordig kiezen we liever grotere diafragma’s om meer voor- en achtergrondonscherpte te creëren, zodat het onderwerp meer aandacht krijgt. Daarnaast kennen moderne digitale camera’s veel hogere iso-waarden, zodat je met snellere sluitertijden kunt werken.
Daardoor kun je veel makkelijker zonder statief fotograferen. Het levert meer bewegingsvrijheid en snelheid op, want voordat een statief goed en wel staat is veel tijd verloren. Daarbij hebben statieven een minimale hoogte, waardoor je misschien niet op ooghoogte met je onderwerp kunt komen. En juist dat levert vaak aansprekend beeld op.
Indien je voor macrofotografie wel graag een statief wilt aanschaffen, houd dan goed rekening met de minimale hoogte. Bij sommige typen kan je de poten in horizontale positie plaatsen en een eventueel aanwezige middenzuil overdwars zetten of op z’n kop gebruiken. Zo kun je ook met statief heel laag boven de grond fotograferen.
Met een macrostatief kun je lekker dicht bij de grond fotograferen.
Hier zijn 15 foto’s via focus stacking in de camera samengevoegd. Daarbij kun je het best een statief gebruiken.
Nieske Siepel-Bakker, bnn.zoom.nl
Olympus EM1 II · ISO 400 · F 2,8 · 1/160 SEC · 60 MM
Laag bij de grond
Bij kleine plantensoorten of insecten laag bij de grond is het vaak handig om de camera van statief te halen (zeker als je geen geschikt macro-statief hebt) en hem op de bodem neer te leggen. Of steun met je camera in de hand op de bodem, waardoor de camera minder vies wordt. Op de manier kun je ook makkelijker een beetje naar links of naar rechts, wat al meteen een grote invloed heeft op de achtergrond.
Als de bodem te modderig of nat is en je wilt de camera niet onnodig vies maken, gebruik dan een klein fotorijstzakje of een kledingstuk als een shirt of jas. Al is rijstzak niet meer het goede woord, want tegenwoordig zijn deze gevuld met kunststof granulaatkorrels. Dit materiaal is lichter dan rijst en kan ook zonder problemen nat worden.
Hoekzoeker of display
Met de camera op de grond kun je met gebogen nek nog steeds door de zoeker kijken, maar plezierig is deze houding niet. Nek- en hoofdpijn zijn als je lang in deze positie ligt vaak het gevolg.
Heb je een camera waarbij je het display op de achterzijde kunt kantelen, dan ben je natuurlijk gelijk uit de problemen. Heb je dat niet of is het schermpje lastig af te lezen in fel licht, dan kan een hoekzoeker een handig hulpmiddel zijn. Die klik je op het oculair en hiermee kijk je – van bovenaf – in een hoek van 90 graden door je zoeker.
Een hoekzoeker heeft soms ook de mogelijkheid om het beeld 2x te vergroten. Zo wordt handmatig scherpstellen een stukje eenvoudiger. Bij veel camera’s kun je in liveview overigens ook 5x tot 10x inzoomen en zo heel precies scherpstellen.
Als je zo laag bij de grond fotografeert, moet je zorgen dat je op de één of andere manier nog kunt zien wat je doet.
Daan de Vos, daan-de-vos.zoom.nl
Canon 80D · ISO 100 · F 5 · 1/20 SEC · 100 MM