19 juli 2018, 17:00
Je hebt ze vast wel eens voorbij zien komen; landschapsfoto’s die het nét niet helemaal zijn. Vaak zijn dit de ‘standaard’ landschapsfoto’s die iedereen kan maken. Wij hebben een lijstje met clichés en fouten die je beter kunt vermijden bij het maken van je landschapsfoto’s, zodat je beelden juist spannend en interessant worden!
Onderwerp in het midden
Beginnende landschapsfotografen zijn vaak geneigd om het onderwerp wat ze fotograferen in het midden van het beeld te plaatsen. Het gevolg hiervan is dat het wat saaie en minder spannende beelden oplevert, wat natuurlijk erg zonde is. Alleen al door de compositie iets aan te passen, kan een beeld veel interessanter worden om naar te kijken. Eén van de trucs die je daarvoor kunt gebruiken, is de regel van derden. Bij de regel van derden verdeel je het beeld in negen denkbeeldige (gelijke) vlakken. Door het onderwerp op één van de vier snijpunten in het raster te plaatsen, worden je foto’s automatisch een stuk boeiender. Meer weten over de regel van derden? Lees het in dit artikel.
Verkeerd tijdstip
Het tijdstip waarop je een landschapsfoto maakt, kan erg bepalend zijn voor de sfeer in je foto. De zon staat niet heel de dag op dezelfde plek. Op het midden van de dag schijnt de zon het felst, wat weinig kleur en veel donkere schaduwen kan opleveren in je foto’s. Hierdoor zien je foto’s er vaak plat en flets uit, wat het landschap niet ten goede doet. Soms is het zelfs zo erg dat schaduwen volledig zwart worden weergegeven en de lucht volledig wit. Het beste is dan ook om dit tijdstip op de dag te vermijden als je een bepaald landschap wil fotograferen. Veel fotograferen lossen dit op door bij zonsopgang en zonsondergang te fotograferen, ook wel ‘het gouden uurtje’ genoemd. In deze periode van de dag heeft het zonlicht een warme gloed, wat een mooi effect oplevert in je foto’s. Ook het blauwe uurtje is populair bij landschapsfotografen. Dit is de tijd net voor de zonsopgang en net na de zonsondergang. Zoals de naam al doet vermoeden, geeft het blauwe uurtje een blauwe gloed aan je landschapsfoto’s en levert net als het gouden uurtje een mooi effect. Helaas zal je wel vroeg of juist heel laat op pad moeten om te fotograferen, maar het resultaat mag er dan ook zijn! Meer weten over het fotograferen tijdens het gouden uurtje? Je leest het hier.
Geen mogelijkheid om tijdens het gouden of blauwe uurtje te fotograferen? Een grijsfilter kan er deels voor zorgen dat het licht minder hard lijkt in je foto’s. Helaas mis je bij een grijsfilter vaak de richting van het licht op een dag, wat juist zoveel kan betekenen bij het accentueren van het landschap in je foto’s.
Veelbezochte locaties
Het is je vast wel eens opgevallen als je landschapsfoto’s bekijkt; steeds weer dezelfde locaties op dezelfde manier vastgelegd. Denk bijvoorbeeld aan de Zaanse Schans, de Kinderdijk of de Veluwe. Natuurlijk is het bijna onvermijdelijk dat je naar dezelfde mooie natuurlocaties gaat als andere fotografen, maar het is zonde als fotografen elkaar gaan ‘nadoen’, omdat ze zien dat het bij een ander goed werkt bijvoorbeeld. Wees dus origineel! Ook al fotografeer je een locaties die door andere fotografen al zo vaak is vastgelegd, zorg dat je creatief bent. Varieer van standpunt of zoek een ander oogpunt van waaruit je de locatie fotografeert. Ook hierbij speelt de compositie een belangrijke rol, omdat je je foto’s er direct heel anders uit kan laten zien als je ook maar iets verandert hieraan.
Scheve horizon
Misschien wel één van de grootste fouten die door (beginnende) landschapsfotografen of amateurfotografen gemaakt wordt: een foto maken met een scheve horizon. Op zich is dit ook niet gek; je concentreert je vaak op je gekozen onderwerp en/of het landschap, waardoor je de horizon nog wel eens kunt vergeten. Erg zonde natuurlijk als je daar uiteindelijk achter komt, maar gelukkig valt dit probleem gemakkelijk achteraf te herstellen. In de nabewerking zit vaak een tool om je foto zo te kunnen draaien dat de horizon precies recht is in je foto. Maak je dus geen zorgen wanneer je beste foto een scheve horizon heeft, het rechtzetten is zo gepiept!
Alleen maar groothoek
Landschapsfotografen zweren vaak bij groothoeklenzen. Logisch ook, want met deze lens kun je veel meer van de omgeving vastleggen dan met een normale lens. Helaas kan een groothoek er voor zorgen dat je beelden er wat plat uit komen te zien, zeker wanneer je niets positioneert op de voorgrond. Een indrukwekkend landschap met veel diepte verandert zo in een foto met weinig impact. Ondanks dat een groothoeklens vaak wel de meest geschikte lens is voor landschapsfotografie, moet je zeker niet vergeten om ook met andere lenzen foto’s te maken. Zo druk je met een telelens vaak het beeld wat in elkaar, waardoor het de diepte in je foto’s wegneemt. Het beperkt je perspectief, waardoor het gaat lijken alsof objecten dichter bij elkaar staan. Dit kan in sommige gevallen erg goed werken, maar experimenteer per locatie vooral welke lens het beste werkt.
Alles in landschapsstand
Natuurlijk is het logisch dat je bij het fotograferen van een landschap, in de landschapsstand (horizontaal) fotografeert. Je kunt dan immers meer van het landschap laten zien in je beeld. Maar, soms kan het juist heel goed werken om de foto juist verticaal te maken, bijvoorbeeld wanneer er een mooie wolkenpartij te zien is in de lucht of fijne lijnen in het landschap. Ook helpt kan het helpen om dingen juist buiten je beeld te kaderen, zodat ze niet afleiden van je hoofdonderwerp in het beeld. Wil je dus iets benadrukken op de voorgrond, dan kan de portretstand goed werken bij het fotograferen van een landschap.
Te veel in beeld
Soms is een landschap of omgeving zo indrukwekkend, dat je het liefst alles in je beeld probeert te vangen wat er om je heen te zien is. Helaas werkt dit vaak niet goed in foto’s. Te veel in beeld willen hebben zorgt uiteindelijk voor een onrustige foto. Mensen weten dan vaak niet waar ze moeten kijken en dat maakt het onduidelijk. Door juist één onderwerp eruit te pikken en daarop te focussen, creëer je al veel meer rust in je beeld. Ook helpt het om soms bewust wat dingen buiten je beeld te kaderen. Dit is niet altijd even leuk, maar vaak helpt het wel door een keuze te maken met wat je wel en niet in je beeld wil hebben. Een overzichtelijk beeld met een hoofdonderwerp is veel sterker dan een mengelmoes van elementen waardoor je (soms letterlijk) de bomen door het bos niet meer kunt zien.
Altijd fotograferen vanaf ooghoogte
Vanaf ooghoogte fotograferen is vaak het standpunt waar de meeste fotografen voor kiezen. Het is ook het makkelijkste standpunt, je hoeft vaak alleen maar de foto te maken en dan is het goed. Wil je je beeld net wat interessanter maken? Dan is het goed om af en toe eens te variëren met je standpunten. Net als bij de compositie, is het juiste standpunt van groot belang voor het uiteindelijke resultaat van je foto. Probeer eens een landschap te fotograferen vanuit een heel laag of juist vanuit een heel hoog standpunt. Je zult zien dat het gelijk een heel ander beeld oplevert dan wanneer je vanuit ooghoogte fotografeert. Het kan je beeld automatisch wat spannender maken of juist wat vervreemdend over laten komen.
Te veel HDR
HDR is een van de meest populaire bewerkingen die in foto’s wordt toegepast. HDR staat voor High Dynamic Range oftewel; een hoog dynamisch bereik. Bij een foto met een hoog dynamisch bereik is er nauwelijks sprake van grote contrastverschillen in de belichting. Er zijn geen diepe schaduwen of felle hooglichten, maar alle delen in de foto zijn gelijkwaardig belicht. Je ziet hierdoor ontzettend veel details! Bij HDR worden als het ware meerdere foto’s met verschillende belichtingen over elkaar heen geplaatst. Ook bij landschapsfotografie wordt HDR nog wel eens gebruikt, maar dit is niet altijd even mooi. Bij te veel gebruik van HDR, kan het een ‘vies’ effect opleveren, wat zonde is van je uiteindelijke foto. Zorg er dus voor wanneer je HDR gebruikt, dat je dit op een subtiele manier doet en niet te extreem. Meer weten over het gebruik van HDR? Je leest het hier.
Te weinig scherptediepte
Als we met onze ogen een landschap bekijken, dan zien we het gehele landschap scherp. Dit is dan ook wat we willen zien als we een landschapsfoto maken. Een fout die nog wel eens gemaakt wordt, is een te groot diafragma gebruiken bij landschapsfotografie. Dit zorgt ervoor dat niet alles in de foto er scherp uitziet, wat natuurlijk zonde is. Door te kiezen voor een hoog f-getal, zoals f11 of f16, zorg je ervoor dat alles in je foto scherp erop staat, dus ook de achtergrond. Kies ook weer niet voor een té groot diafragmagetal, zoals f22. Dit kan leiden tot diffractie in je foto’s, waardoor het beeld juist weer onscherp eruit ziet. Het is wel afhankelijk van de lens welk diafragmagetal het beste resultaat levert. Bekijk dus per lens wat het beste werkt.
Landschapsfotografie is dus nog niet zo gemakkelijk als het lijkt. Natuurlijk is goed of fout een breed begrip en het hangt ook erg af van je eigen mening wat je mooi en niet mooi vindt. Bij fotografie draait het vooral om het doen wat voor jou goed voelt. Zolang dit het geval is, dan kan er niets fout gaan.