1 december 2020, 07:17
Als fotograaf ben je doorlopend op zoek naar het mooiste en beste licht. Want dat maakt of breekt je foto. Maar waar direct zonlicht of lamplicht valt, zijn ook altijd schaduwen te zien. Geef die voor de verandering eens de hoofdrol!
Zodra een object door een lichtbron wordt verlicht, bevindt zich erachter gegarandeerd een schaduw. Simpelweg omdat daar geen of in ieder geval veel minder rechtstreeks zonlicht of lamplicht valt. Bevindt de lichtbron zich hoog, dan valt de schaduw nagenoeg recht omlaag en zal amper zichtbaar zijn. Ideaal is daarom een lagere stand. Want dan krijg je een langere schaduw, in de vorm van het object dat het licht tegenhoudt.
Als ergens het directe licht van een lichtbron is te zien, vind je er ook schaduwen.
Zonlicht of lamplicht
Vroeg en laat op de dag staat de zon laag en ontstaan al snel prachtige schaduwen. In de natuur, maar ook in stedelijke omgevingen. Belangrijk is wel waar de zon aan de hemel staat, want dat bepaalt in welke richting elke schaduw valt. Je wilt hem immers op een gunstige plek hebben. Denk aan de schaduw van een sierlijke lantaarnpaal op een effen muur, of van een fietser of voorbijganger op een klinkerweg.
Lampen en lantaarnpalen veroorzaken net zo goed schaduwen. Dus ongeacht of je binnen of buiten bent, let de komende tijd goed op de vele schaduwen die er om je heen te zien zijn. Dan ontdek je als vanzelf de bijna oneindige mogelijkheden. In het begin moet je dit jezelf wel even aanleren, want wij zijn gewend om schaduwen te negeren en letten vooral op wat (ver)licht is.
Waar en hoe hoog de zon staat, bepaalt waar de schaduw te zien is.
Marga Hondorp, hondorp.zoom.nl
Schaduwen zijn overal, je moet er wel oog voor hebben.
Schaduwen maken
Je kunt ook zelf voor schaduwen zorgen. Pak maar eens een felle bureaulamp, zaklantaarn, of zet het lampje van je smartphone aan. Richt het licht op korte afstand op een mooi gevormd voorwerp, zodat het een schaduw werpt op de grond, een muur, of het plafond. Beweeg het licht heen en weer, en op en neer, om te zien hoe de vorm en intensiteit van de schaduw verandert.
Speel ook met de afstand tussen lamp en onderwerp én met die tussen onderwerp en achtergrond. Net zolang tot je de gewenste lichtintensiteit, hardheid en grootte van de schaduw hebt. Ook binnenvallend zonlicht kan bijzonder schaduwen veroorzaken.
Automatisch scherpstellen op een diepe schaduw lukt niet. Zoek daarom een rand op, of stel scherp op iets op dezelfde afstand waar wel licht op valt. Handmatig scherpstellen mag natuurlijk ook. Hoe groter de schaduw, hoe meer jouw camera wil overbelichten. Gebruik een negatieve belichtingscompensatie om schaduwen alsnog voldoende donker te krijgen. In de nabewerking kun je de balans tussen licht en donker nog perfectioneren. Daarnaast komen schaduwen mooi uit zodra je een foto omzet in zwart-wit.
Schaduwen zijn overal te vinden of maak je eenvoudig zelf.