9 maart 2021, 07:16
Bij fotografie registreer je licht. Normaal gesproken registreer je het licht dat je ziet, maar dat kan ook anders: met infraroodfotografie! Een erg leuke vorm van fotografie om mee te experimenteren.
Een variant op de normale fotografie die al heel lang bestaat, is de infraroodfotografie. Op zich lijkt dit niet een bijzonder afwijkende variant omdat je – net als bij een normale foto – licht registreert. Het grote verschil tussen ‘normale’ fotografie en infraroodfotografie is dat je in het eerste geval het normale, zichtbare licht fotografeert en bij infraroodfotografie een deel van het licht dat het menselijk oog niet registreert. Je fotografeert dus iets anders dan je zelf ziet. En dat is bijzonder.
Het vastleggen van infrarood licht kan met een speciaal filmrolletje in een analoge camera, met een normale digitale camera in combinatie met een filter, of met een aangepaste digitale camera. Waarom zou je iets fotograferen wat je niet kunt zien? En wat maakt een infraroodfoto zo anders dan een normale foto? Om dergelijke vragen te beantwoorden, moet je eerst een infraroodfoto bekijken. Zulke foto’s hebben iets bijzonders, iets ‘magisch’ en soms zelfs surrealistisch.
Als je even naar deze foto kijkt, verwacht je dat er een of ander sprookjesfiguur komt opdagen. Dat is een van de leuke effecten van infraroodfotografie.
Max Witjes, mwitjes.zoom.nl
Canon 5D III · ISO 100 · F 10 · 1/50 SEC · 105 MM
Er zijn bepaalde materialen die meer (of minder) infraroodlicht weerkaatsen dan andere. Net als bij de normale fotografie geldt: hoe meer licht er wordt weerkaatst, hoe lichter iets wordt. Met name bij bladgroen en luchten zie je de verschillen. Bladgroen weerkaatst veel infrarood licht en wordt daardoor lichter (tot bijna wit). De luchten daarentegen worden vaak dreigend donker. Ja, het is een kwestie van smaak, maar een goede infraroodfoto valt bij veel mensen in de smaak. Toch worden er maar weinig infraroodfoto’s gemaakt.
Het licht dat het menselijk oog kan waarnemen, noemen we het zichtbare licht. Dit op een regenboog lijkende spectrum gaat van violet naar rood met een golflengte van 380 tot 780 nanometer (nm). Alles wat buiten deze golflengtes valt, kunnen wij niet waarnemen. Voorbij het punt van 780 nm begint het gebied dat ‘nabij infrarood’ wordt genoemd. Dit is het gebied waar de infraroodfotografie zich afspeelt. Vanaf 1000 nm vinden we het infraroodgebied dat we kennen van de warmtebeelden (bijvoorbeeld camera’s die laten zien waar een woning warmte lekt). Dit gebied is niet relevant voor deze vorm van fotografie.
De verschillende golflengtes van het licht.
Hoe maak je infrarood foto’s?
Er zijn drie manieren om infraroodfoto’s te maken: met een analoge camera, met een voorzetfilter of met een aangepaste camera.
Optie 1: Analoge camera
Je kunt infraroodfoto’s maken met een analoge camera en een speciaal filmrolletje. Zulke films zijn echter dermate slecht verkrijgbaar en deze variant wordt zo weinig beoefend dat we er nu niet verder over uitweiden.
Optie 2: Voorzetfilter
De tweede mogelijkheid is met een reguliere digitale camera in combinatie met een voorzetfilter: een filter dat licht tot een bepaalde golflengte tegenhoudt en alleen de langere golflengtes doorlaat. Bijvoorbeeld een filter dat licht tot 695 nm blokkeert en de rest doorlaat. Dit betekent dat een klein deel van het zichtbare licht op de sensor valt, tot en met het infrarode licht. Zo zijn er ook filters die helemaal geen zichtbaar licht doorlaten en alleen infrarood licht. De resultaten variëren dan ook per type filter.
Mensen kunnen infraroodlicht niet zien, maar camera’s wel. Ontwerpers van camera’s zijn hier echter niet blij mee, omdat infrarood licht hinderlijk kan zijn. Daarom doen ze hun best om alleen het zichtbare licht op de sensor te laten vallen, en de rest te blokkeren met een filter in de camera. De ene fabrikant slaagt daar beter in dan de andere. Dit betekent ook dat de ene camera meer gevoelig is voor infrarood licht dan de andere.
Een infrarood-beeld levert heel andere resultaten op dan een gewone foto van dezelfde situatie zou hebben gedaan.
Vaans Ruijten, www.fotograaf-venlo.eu
Canon 350D · ISO 200 · F 13 · 1/125 SEC · 14 MM
Als je een infraroodfilter monteert op zo’n camera die niet gevoelig is voor infrarood, dan is het resultaat dat er geen licht op de sensor valt: een zwart beeld. Met andere woorden: het succes van een voorzetfilter is afhankelijk van de camera. Je kunt de gevoeligheid van jouw camera testen door op een afstandsbediening van een tv een knop in te drukken en dan het lampje aan de voorzijde te fotograferen.
Als je zo’n voorzetfilter gebruikt, werk je met zeer lange belichtingstijden. Bovendien kun je niets meer zien door de zoeker van de camera. Dit betekent dat je alles moet instellen voordat je het filter plaatst. Je bepaalt vooraf je compositie en zet na het scherpstellen de autofocus uit. Ook de belichtingsmeter werkt niet meer, dus je moet zelf de belichting bepalen. Dit kan het beste in de manuele stand van de camera (als de sluitertijd langer wordt dan de maximale belichtingstijd in deze stand, dan moet je de B/Bulb-stand gebruiken). Er zijn geen vuistregels voor de belichting, dus deze zul je proefondervindelijk, op basis van testfoto’s, moeten vaststellen.
Houd de iso-waarde zo laag mogelijk en neem een niet al te klein diafragma (bijvoorbeeld F 8).
Dit Toscaanse landschap krijgt een heel dromerige sfeer door het vastleggen van infraroodlicht.
Vaans Ruijten, www.fotograaf-venlo.eu
Canon 350D · ISO 200 ∙ F 5,6 ∙ 1/320 SEC ∙ 128 MM
Het scherpstellen kan bij een digitale spiegelreflex nogal een ‘dingetje’ zijn. Het is namelijk zo dat de scherpstelafstand bij infrarood afwijkt van die bij gewoon daglicht. De grootte van die afwijking is afhankelijk van de brandpuntsafstand. Op sommige objectieven wordt deze afwijking weergegeven met een aanduiding in rode letters. Het scherptepunt ligt daarbij verder naar achteren.
Uiteraard gelden nog wel dezelfde regels met betrekking tot de scherptediepte, dus gebruik bij voorkeur een kleiner diafragma om problemen met scherpte te voorkomen en maak daarnaast meerdere opnames met verschillende instelafstanden.
Als jouw camera het aankan, kun je ook met een filter ervoor scherpstellen op het liveview-beeld. Je hebt dan geen last van deze afwijking.
Bij infraroodfotografie wijkt de scherpstelafstand af. Bij sommige objectieven wordt dit aangegeven met een speciale markering.
Deze foto is met een voorzetfilter gemaakt: Cokin Infrared 720-89B in P-filterhouder. Hierdoor is een langere sluitertijd nodig dan gewoonlijk.
Wil Eelsing, oehoe.zoom.nl
Fujifilm XE-2 · ISO 1600 · F 8 · 1,7 SEC · 18 MM
Optie 3: Aangepaste camera
De derde optie is een (oude) digitale camera specifiek laten aanpassen zodat deze infraroodopnames kan maken. Je kunt hierbij kiezen voor de golflengte vanaf waar het licht wordt doorgelaten. Een alternatief is om de camera aan te passen zodat dat alle golflengtes doorgelaten worden. Vervolgens kun je met een voorzetfilter op de lens zelf bepalen welke golflengtes wel of niet in de opname meedoen. Het ombouwen van een camera kost ergens tussen de 175 en 500 euro, afhankelijk van onder andere de grootte van de sensor. Bij de duurdere ombouwers wordt ook de autofocus van de camera aangepast. Met zo’n aangepaste camera kun je dan gewoon uit de hand fotograferen, met normale sluitertijden én met autofocus.
Gemaakt met een omgebouwde Canon 5D III met een high pass filter van 820 nm. In normaal daglicht zou dit wel eens een enigszins saai beeld kunnen zijn geweest. Door het infrarode licht ontstaat een surrealistische en dramatische foto.
Max Witjes, mwitjes.zoom.nl
Canon 5D III · ISO 800 · F 8 · 1/200 SEC · 21 MM