Redactie 24 januari 2014, 16:44
Camera’s zijn erg goed voor het bevriezen van momenten in de tijd. Om het gevoel van snelheid te bewaren moet je meetrekken met je onderwerp. Wij leren je om met je camera te ‘pannen’.
Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie
Blader eens door je verzameling foto’s heen, en je zult ongetwijfeld voorbeelden vinden waarin een korte sluitertijd een ogenblik heeft vastgelegd en bewaard, alsof het in barnsteen zit opgesloten. Wat deze foto’s echter missen is dramatiek. Als je bewegende onderwerpen fotografeert – tijdens een autorace, sportevenement of een luchtshow, bijvoorbeeld – wil je misschien wat van die actie behouden. Je moet leren om je camera te pannen.
Panning is een techniek waarmee je beweging in een foto kunt vastleggen door met een vrij lange sluitertijd te fotograferen en de actie bij het nemen van de foto te volgen, vervaag je de achtergrond terwijl je het onderwerp bevriest. Met enige oefening kun je prachtige resultaten krijgen.

Helaas zul je panning wel eerst moeten oefenen. Het is onnatuurlijk en een beetje contra-intuïtief; zolang je al foto’s maakt heb je waarschijnlijk geprobeerd om de camera zo stil mogelijk te houden. Nu vraag ik je juist om de camera te bewegen terwijl je de foto maakt, zij het op een zorgvuldige en beheerste manier.
De juiste camera-instellingen kiezen
Laten we beginnen Met de camera-instellingen. Als je de belichting kunt regelen (zoals op een digitale SLR of compacte digitale camera), moet je de sluitertijd verlengen. Idealiter moet je een sluitertijd kiezen die lang genoeg is om de achtergrond te vervagen terwijl je de camera beweegt tijdens de belichting, maar snel genoeg om het onderwerp dat je volgt redelijk scherp te houden.
Dus wat is de magische instelling? Stel je camera in op sluitertijd voorkeuze en kies ongeveer 1/15 seconde. Dat is een goed beginpunt; als je er na een tijdje beter mee overweg kunt kun je de sluitertijd vertragen tot 1/8 seconde.

Hoe zit het met smartphone gebruikers? Goed nieuws: Jullie kunnen ook meedoen. Zelfs met een middelmatige smartphone kun je vaak prima gepande actiefoto’s maken, omdat je telefoon waarschijnlijk toch een relatief lange sluitertijd heeft. Maar als je echt controle over de situatie wilt hebben, probeer dan een app zoals Top Camera, die een lange sluitertijdmodus heeft.
Leer je lichaamsbeweging
Als je je camera eenmaal hebt voorbereid met de juiste sluitertijd is het tijd om je zwaai te gaan oefenen. Het nemen van een goede gepande foto verschilt niet veel van het zwaaien met een honkbalknuppel of een golfclub; het zit hem helemaal in de opvolging. Dit is wat je moet doen: Ga zo staan dat de actie recht voor je langsgaat. Kantel je lichaam op de heup zodat je het onderwerp van de zijkant aan kunt zien komen, en plaats het onderwerp direct in het midden van de zoeker. Kantel je lichaam zodat je het onderwerp soepel in het midden kunt houden. Zodra het bijna voor je langs gaat – wanneer het onderwerp het snelste lijkt te bewegen ten opzichte van de achtergrond – druk je zachtjes op de sluiterknop en blijf je draaien om het onderwerp in de zoeker te houden.

Dit is het lastige onderdeel, omdat met veel camera’s (met name digitale SLR’s) de zoeker tijdens de belichting zwart is. Dat betekent dat je het onderwerp op het meest kritieke moment om het gecentreerd te houden helemaal niet kunt zien. Dit is waar de oefening handig voor is; wen aan het volgen met een soepele beweging, zelfs wanneer de zoeker even zwart is.
Onthoud de volgorde: Begin de camera te pannen, en druk op de ontspanknop nadat de camera al is beginnen bewegen. En blijf je lichaam kantelen – de opvolging – zelfs nadat je de foto genomen hebt.
Andere tips
Je bent misschien geneigd om panning met een statief uit te proberen, waardoor je een stabielere foto kunt maken. Maar statieven staan juist vaak in de weg en zorgen ervoor dat je soepele beweging niet krijgt die je voor een goede gepande foto nodig hebt. Als je toch een statief gebruikt, houd de kop dan los, zodat je de camera gemakkelijk van de ene kant naar de andere kunt zwaaien.
Een andere handige tip: Zoom niet teveel in. Je wilt een beetje uitgezoomd blijven, zodat je meer van de wazige achtergrond kunt zien en om de invloed van de onvermijdelijke vervaging op het onderwerp te minimaliseren.
Het belangrijkste is dat je blijft oefenen, zoveel als je kunt, en speel met de sluitertijd totdat je de instelling vindt die je de gewenste vervanging geeft terwijl je toch het onderwerp bevriest.