Redactie
22 januari 2020, 08:07
Camera’s worden steeds sneller. Technici zitten niet stil en weten elk nieuw model camera weer net een klein beetje sneller te maken dan het voorgaande model. Wat is het voordeel van zo’n snelheidsmonster en hoeveel snelheid heb je eigenlijk nodig?
Vrijwel elke moderne camera heeft de mogelijkheid om meerdere foto’s per seconde te maken. Daarvoor moet de camera ingesteld staan op de ‘burst’ instelling die dat mogelijk maakt, vaak aangeduid door een term als c, continu, of servo en eventueel ook nog onderverdeeld in verschillende snelheden. Ieder merk heeft hier haar eigen naamgeving voor bedacht. Als je precies wilt weten hoe dit bij jouw camera heet kun je dat opzoeken in de handleiding of op internet.
De snelste camera’s kunnen tegenwoordig soms wel zestig beelden per seconde maken. Tot een paar jaar geleden werd gedacht dat twaalf of veertien beelden het maximaal haalbare aantal beelden zou zijn, maar dat getal is door de komst van de elektronische sluiter inmiddels dus tot vele tientallen foto’s per seconde geklommen. Spiegelreflexcamera’s hebben daarbij het nakijken ten opzichte van de systeemcamera, want spiegelreflexcamera’s kunnen door de aard van hun inwendige constructie deze enorme aantallen nu eenmaal niet halen. Toch heeft Canon het middels mechanische en elektronische innovatie inmiddels weten op te rekken tot twintig beelden per seconde in hun topmodel dslr EOS-1D X Mark III.
Maar, waar zijn al deze fikse snelheden eigenlijk voor bedoeld? En – misschien nog wel belangrijker – heb jij zo’n snelle camera nodig? Die vraag is heel persoonlijk en hangt volledig af van de manier waarop jij je camera gebruikt en welke beelden je ermee wilt maken. Fotografeer je landschappen, dan is het helemaal niet nodig om met een razendsnelle camera op pad te gaan. Je hebt ruim de tijd om je camera op te stellen, de juiste instellingen te bepalen en misschien zelfs nog af te wachten op het juiste weer of licht. Vervolgens maak je één of misschien twee beelden voordat je weer op pad gaat naar het volgende fraaie vergezicht. Ben je daarentegen professioneel sportfotograaf, dan is zo’n snelle camera enorm belangrijk en zelfs onmisbaar. Met zo’n toestel mis je geen moment, doordat je een actie op het sportveld van de eerste seconde tot de laatste seconde vast kunt leggen in misschien wel honderden beelden. Waarschijnlijk gooi je er 95 van weg, maar de kans is groot dat door deze enorme ‘burst’ aan foto’s de juiste foto er wel tussen zit. Schiet je slechts vijf foto’s van dezelfde sportieve actie, dan is de kans niet zo groot dat je precies het juiste moment treft.
Deze twee voorbeelden zijn natuurlijk uitersten, maar ze illustreren fraai waarom het belangrijk is om naar je eigen wensen en behoeften te kijken bij het uitzoeken van een camera. Fotografeer je stilstaande en goed te controleren onderwerpen, dan is een ‘langzame’ camera met andere kwaliteiten uitstekend op zijn plek. Maak je beelden van snel bewegende en dynamische onderwerpen in situaties waarin iedere milliseconde telt, dan is een snelle camera een uitstekend gereedschap. In dat geval geldt: hoe meer beelden per seconde, hoe beter.
Fotografeer je allerlei verschillende onderwerpen, dan is het goed om op elke situatie voorbereid te zijn. Gelukkig zijn veel camera’s tegenwoordig goede allrounders met uitgebalanceerde kwaliteiten en kun je met de camera’s uit dit middensegment ook al snel vijf tot tien beelden per seconde maken. Voor de meeste fotografen is dat meer dan genoeg.
