Redactie 22 januari 2020, 08:53
Er zijn een paar basisdingen waar je eerst aan moet denken voordat je gaat fotograferen in de studio. We helpen je een handje opweg!
Studio huren of zelf bouwen?
Als je besloten hebt om in de studio te fotograferen, kun je ervoor kiezen om zelf een kleine studio-setup te bouwen, dus zelf ook alle apparatuur aan te schaffen. Maar je kunt ook een studioruimte huren. Zeker als je nog nooit in een studio hebt gefotografeerd, is dit zeer aan te raden.
Als je huurt, krijg je namelijk vaak ook de juiste begeleiding die je in het begin nodig hebt om te fotograferen: lichten instellen, softboxen bepalen, sterktes … als je net begint is het handig om hier hulp bij te hebben.
Begin in het donker
Als je bepaald hebt waar en hoe je wilt fotograferen, is het tijd om aan de eerste lichtopstelling te beginnen. Die beginnen we in het donker. Het is namelijk belangrijk dat er geen daglicht mengt met flitslicht.
Dit kun je op twee manieren oplossen: de studio zelf volledig verduisteren of de camera-instellingen zo klaarzetten dat er op de foto’s geen daglicht meer te zien is. De makkelijkste manier om je studio donker te krijgen, is dus om het daglicht zo veel mogelijk te beperken.
Denk daarnaast vast na over de achtergrond; het mooiste is vaak een egale rol of gestreken gordijn. Wil je er een patroon in hebben of niet? Later tijdens de shoot kun je er eventueel ook een eigen licht opzetten om de achtergrond te accentueren.
Is de studio helemaal donker en staat je achtergrond klaar? Dan kan je beginnen!
Camera-instellingen
Zet de camera in de handmatige stand (M op het wieltje): we willen immers alles zelf bepalen in onze studio. Daarnaast is de lichtmeter van weinig dienst, aangezien we zelf de lichten regelen middels kunstlicht.
Omdat je in de studio zelf de controle hebt over het licht, kun je de iso-waarde op 100 of 200 houden, zodat je weinig ruis en veel details krijgt op je foto.
De volgende stap is het diafragma instellen. Zoals je wel weet is het diafragma bepalend voor de scherptediepte in de foto. Daarnaast zijn de meeste objectieven bij diafragmawaarden tussen de F 8 en de F 10 het scherpst. Tenzij je een extreem kleine scherptediepte wilt om artistieke redenen, raden we aan om de camera op F 8, F 9 of F 10 in te stellen.
Dan de sluitertijd. In de meeste gevallen is een sluitertijd van 1/120 sec, 1/160 sec of 1/200 sec prima in de studio. Je krijgt geen bewegingsonscherpte (mits je model niet op en neer springt) en alle flitsers kunnen met deze sluitertijden omgaan, zelfs de goedkopere varianten.
Tot slot de witbalans. Zorg dat deze gelijkstaat aan die van het flitslicht, vaak rond de 5000 tot 5500 graden Kelvin. Dit kun je op de camera apart instellen, vaak staat er op de flitser die je gebruikt welke Kelvin-waarde deze produceert. Zoals we eerder hebben aangegeven, fotograferen we ook bij deze shoot in RAW – mocht de witbalans achteraf toch niet helemaal kloppen, dan kunnen we dit nog gewoon aanpassen tijdens de nabewerking.
