in

Contrast in je foto’s: werken met licht en donker


20 mei 2020, 08:47

Een foto wordt niet alleen interessant door het gekozen onderwerp, maar vooral ook door het gebruik van licht. Je kunt immers van precies hetzelfde fraaie onderwerp zowel een saaie als een spannende foto maken. Het gebruik van contrast speelt een grote rol bij dat onderscheid.

Het samenspel tussen licht en donker maakt een foto al snel interessant en aantrekkelijk. Maar hoe maak je zo’n contrastrijk beeld en wat voor uitdagingen kom je dan tegen?

Als je de definitie van de term contrast opzoekt, dan kom je al snel uit bij zoiets als ‘het verschil tussen tegenstellingen’. In de fotografie heb je dan al snel te maken met de tegenstelling licht en donker, of zwart en wit. Het één steekt tegen het ander af. Door te werken met deze tegenstellingen, kun je op een eenvoudige manier een interessant en spannend beeld creëren.

Ook met een smartphone kun je prima mooie contrastrijke beelden maken.

Foto: Janny Hospes (1103.zoom.nl)

Vind het contrast

Als je contrasten wilt gebruiken in je fotografie, dan moet je natuurlijk eerst weten waar je ze kunt vinden. Contrast heeft in de fotografie meestal te maken met licht. Daarom is het goed te weten waar het licht in jouw specifieke situatie vandaan komt. De kijk- en fotografierichting is daarbij van belang, want kijk je met het licht mee, dan zie je een ‘egaal’ belichte scene voor je. Mét het licht mee fotograferen levert dan ook vaak een neutrale en vaak minder spannende foto op.

Hoewel in het verleden vaak werd afgeraden om tegen het licht in te fotograferen, levert dat juist vaak de meest interessante en contrastrijke beelden op. Het licht vormt dan schaduwen die sterk afsteken tegen de lichte gedeeltes in je foto. Daardoor krijgt je beeld diepte, vorm en een interessante grafische kwaliteit. Het weer speelt natuurlijk een grote rol hierin, want op een zonnige dag zijn de contrasten sterker aanwezig dan op een dag met bewolking en diffuus verspreid zonlicht.

Contrast in de hoofdrol

Contrasten kunnen een (bij)rol spelen in je foto’s, maar je kunt er ook voor kiezen om ze zelfs de hoofdrol te geven in je werk. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. We bespreken drie mogelijkheden: zwart-wit, schaduwen en silhouetten.

Deze foto ‘spat’ van je scherm/pagina door de grote contrasten.

Foto: Jan Hendrikx (jh-photos.zoom.nl)

Zwart-wit

Contrasten worden vaak nóg interessanter als je ze fotografeert in (of omzet naar) zwart-wit. Alle overbodige (kleur)informatie haal je daarmee weg en zo blijven lijnen, vlakken en contrasten over. Zwart-witfotografie leent zich daarom uitstekend voor het weergeven van grote contrasten. Schaduwen, herhalingen, grafische patronen en architectuur zijn hier bijzonder voor geschikt. Je kunt ervoor kiezen om je camera op zwart-wit te zetten (als dat kan), maar anders kun je de zwart-witomzetting achteraf uitvoeren in de nabewerking.

Dat laatste heeft de voorkeur, want zo heb je ook alle kleurinformatie nog beschikbaar en kun je kijken wat beter bij de foto past. Zorg bij de zwart-witomzetting voor genoeg ‘echt’ zwart en wit, zodat je een krachtig beeld krijgt. Een beeld dat voor het grootste gedeelte uit grijstinten bestaat, is vaak flets en saai. Soms, maar dit is ook een kwestie van smaak, kan het fraai zijn om een ‘korrel’ aan de foto toe te voegen, bijvoorbeeld in het geval van straatfotografie in zwart-wit.

Door midden op de dag te gaan wandelen en volle zon te hebben, krijg je hele mooie harde lijnen en contrast. En door deze foto in zwart-wit te tonen wordt het een heel grafisch beeld.

Foto: Thomas van Galen (thomasvg.zoom.nl)

Schaduwen

Een schaduw zorgt voor spanning, diepte en ‘richting’ in een foto. Zeker op zonnige dagen krijg je daardoor prachtige contrasten. De lichte omgeving en de scherpe donkere schaduwen vormen zo een prachtig duet van licht. Ga vooral op pad tijdens de meest zonnige uren als je op zoek bent naar dit effect, juist als je normaal gezien liever binnen blijft omdat het licht te fel en te vlak is voor het maken van goede foto’s.

In de volle zon krijg je natuurlijk de meest donkere en krachtige schaduwen, waardoor je ook de meest interessante contrasten kunt vinden en gebruiken. Soms is een schaduw zelf interessanter dan het object dat die schaduw veroorzaakt. Gebruik dan vooral de schaduw en laat het object links liggen. Door in de nabewerking donkere partijen, contrasten en schaduwen extra aan te zetten kun je eenvoudig een nóg krachtiger effect neerzetten.


De zon werpt schitterende schaduwen langs deze pilaren, dat heeft de maker van deze foto mooi gezien.

Foto: Susan Pathuis (susannepannetje.zoom.nl)

Silhouetten

In de zon kun je dus prima spelen met licht en schaduw. Je kunt nog een stapje verder gaan en je richten op het fotograferen van silhouetten. Door tegen de zon in te fotograferen, kun je met de juiste instellingen van elk voorwerp een fraai silhouet maken. Dit kan erg fraai werken, zeker bij onderwerpen met een herkenbare lijnvoering of omtrek zoals een molen, een gezicht, bomen of dieren. Dit werkt het beste als de zon laag staat, want dan kun je je onderwerp mooi vóór die zon positioneren. Silhouetten kun je dus het beste in de ochtend of avond maken, tijdens zonsopkomst of zonsondergang, zie ook de module Mooie momenten op de dag.

Kijk ook naar je instellingen: want op de automatische stand is het zeer moeilijk om een goede silhouet-foto te maken. Je camera wil de scène namelijk zo goed mogelijk belichten, terwijl dat nu juist niet de bedoeling is bij het maken van een silhouet. Werk dus bij voorkeur handmatig. Verder kun je het beste scherpstellen op het hoofdonderwerp en de foto onderbelichten. Hoe ver precies, dat is afhankelijk van de specifieke situatie. Het maken van een goed silhouet vergt daarom vaak enige oefening.

De silhouetwerking in deze foto is heel sterk en prachtig gekozen.

Foto: Karin de Bruin (karindebruin.zoom.nl)

Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

Waarom je bij een groothoeklens vertekening ziet

Wild fotograferen in Nederland – roofvogels