Waar moet je allemaal op letten als je op een (foto)safari gaat? Loulou Beavers geeft praktische tips om de beste wildlifefoto’s te schieten.
Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie
Tip 1: het voertuig
Op safari kun je meestal niet uit de auto. Het type auto en ook met hoeveel mensen je die eventueel moet delen heeft veel invloed op de gamedrives en fotografie. Een zitplaats op het midden van een bank tijdens een groepsreis beperkt uiteraard je fotografie mogelijkheden. Informeer vooraf over het soort voertuig en het maximaal aantal mensen dat meegaat.
Ook als je een privéreis doet is het handig om een goede keuze te maken in het soort voertuig dat je huurt. Een single cab fourwheeldrive waar een achterbank ontbreekt en met twee fotografen voorin, maakt dat je weinig ruimte hebt voor fotografie en apparatuur. Huur dan liever een double cab, zodat je ruimte hebt voor de apparatuur en de beschikking over beide ramen.
Tip 2: stabiliteit
Een bonenzak (ook rijstzak genoemd) kan de functie van het statief overnemen en dat verruimt de mogelijkheden. Een bonenzak is een soort kussentje gevuld met bijvoorbeeld bonen of rijst. De telelens of camera kan er worden ingedrukt voor extra stabiliteit. Je kunt de bonenzak leeg in je koffer meenemen en ter plekke vullen, eventueel zelfs met zand.
Als het safarivoertuig een open fourwheeldrive is waar geen goede mogelijkheden zijn om een bonenzak op te plaatsen, dan kan een éénpootstatief een goed hulpmiddel zijn om toch steun en stabiliteit te hebben. Sommigen gespecialiseerde fotografie safari’s hebben mogelijkheden in de voertuigen om statiefkoppen te monteren.
Met kortere en lichtere objectieven kun je natuurlijk goed uit de hand werken, wat de flexibiliteit ten goede komt. Indien de camera of de lens over een stabilisatie functie beschikt, dan kun je deze natuurlijk inschakelen als je uit de hand fotografeert.
Tip 3: planning
Planning en research verhogen de kans om datgene te zien wat je wilt zien. Het gedrag van dieren is vaak seizoensgebonden en soms zelfs aan de tijd van de dag. Dieren zijn vrij routineus. Weet jij de routine van het dier? Dat verhoogt de kans enorm op mooie foto’s maken.
Voor de foto van de migratie van de gnoes was ook huiswerk gedaan. In de periode van februari tot april zouden de gnoes op de Serengeti in Tanzania zijn. Toen wij er in eind februari waren bleven de vlaktes vrijwel leeg. Na lokaal informatie te hebben gevraagd bleek dat de gnoes laat waren! Het regenseizoenwas laat en dus alles wat daarmee samenhangt. Wij waren wel in de buurt en hoefden ze enkel nog tegemoet te rijden. Lake Ndutu werd de nieuwe uitvalsbasis. Wat een prachtplek is dat! De droge rivierbedding wordt door veel dieren gebruikt als ‘snelweg’ en daar waren ook de gnoes. Veel gnoes. Op de ochtend van deze foto was het raak – de wens om een massa gnoes in chaos en stof the fotograferen kwam uit!

Tip 4: betrek de omgeving in het beeld
Vaak is er de wens om nog meer telebereik te hebben, maar lang niet altijd levert dat een mooier resultaat op. De omgeving in het beeld betrekken geeft ruimte om een compositie te maken en ook om het dier letterlijk te plaatsen in zijn habitat. Daardoor neemt de zeggingskracht vaak toe en heb je een wildfoto met Afrika in beeld.

Tip 5: wees creatief
Leg de focus eens anders dan wat wellicht meer voor de hand ligt. De beperkte scherptediepte van een telelens maakt dat één onderwerp wordt benadrukt en alles er omheen onscherp wordt. De leeuwin op de voorgrond is ook vaag nog voldoende herkenbaar.

Tip 6: Telelens voor landschapsfotografie
Deadvlei in Namibië is overdag al heel mooi, maar het moment voor dat de zon in de pan schijnt is het licht magisch. De zon zal als eerste de duinen beschijnen waardoor deze prachtig rood kleuren. Dat is een erg mooi kleurcontrast met de dode bomen. Hier kwam de telelens echter goed van pas. Door de lange brandpuntsafstand wordt het beeld als het ware in elkaar gedrukt.

Tip 7: close-up
De omstandigheden bepalen de creatieve mogelijkheden. Als de omgeving mooi is en het licht niet te hard, dan leent het zich de moeite om een dier met omgeving in beeld te zetten. Staat het dier te dichtbij in combinatie met hard licht of een onrustige omgeving? Dan is een close-up zeker een goede optie. Als de afstand tussen het dier en lens relatief klein is, is er ook minder invloed van opstijgende warmte of ronddwarrelend stof waar je op warme dagen gauw last van hebt.
Het loont altijd om te wachten bij rustende of stilzittende dieren tot mooie momenten zich aandienen. Oogcontact en lichtval in het oog maken een foto levendig.

Tip 8: groepen dieren
Bij een groep dieren is het verleidelijk om de hele groep te observeren om een actie vast te leggen. Daardoor ben je vaak te laat. Een goede methode is om een enkel dier door de lens te volgen. Als dat dier iets gaat doen ben je in iedere geval op tijd. En neem vooral ook de tijd om te observeren. Hierbij is het vaak wenselijk om dan wel een rustpunt in de foto te hebben. Soms is dat een lijnenspel, soms is het een enkel dier dat een pose aanneemt, aar het kan ook zijn dat de dieren los of voldoende los van elkaar zijn.

Tip 9: schietklaar
Tijdens een wildsafari weet je nooit wanneer je een dier gaat zien, dat is natuurlijk ook een groot deel van het plezier. Er zijn zoveel verrassingen! Maar laat je fotografisch niet verrassen, zorg dat je zodra de gamedrive begint schietklaar bent. Bij voorkeur hou ik de camera en lens in de tas, zodat de apparatuur beschermd is tegen stof en hobbelige ritten. Indien het erg stoffig is kun je de tas ook nog eens afdekken met bijvoorbeeld handdoeken. Zorg dat de camera klaar is met de lenskap erop, lege sd-kaart en volle batterij en stel de instellingen aan op het aanwezige licht. Indien tijdens een gamedrive het licht verandert, pas dan ook weer de instellingen aan. Mocht er zich een situatie voordoen, dan kun je snel reageren.

Tip 10: de “heb foto”
De opwinding bij het zien van dieren kan heel hoog zijn, met als valkuil dat je al fotograferend de instellingen of composities vergeet. Toch geven veel dieren je “herkansingen” en indien het bedienen van de camera nog niet als een automatisme gaat, maak dan eerst de “heb foto”. Gewoon recht toe/recht aan. En als bij controle op de display blijkt dat dit gelukt is, probeer dan een mooie compositie te maken, of pas bijvoorbeeld de scherpte diepte aan naar smaak.
Het materiaal
1 check voor je op reis gaat de apparatuur: reinig indien nodig de sensor of laat die reinigen.
2 neem reinigingssetjes als blaasbalg en lensdoekjes mee.
3 ga iedere dag op pad met de volle batterij(en) en voldoende lege geheugen capaciteit.
4 zorg voor voldoende opslag mogelijkheden voor de hele reis.
5 maak bij voorkeur ook een back up, op sommige plekken kom je misschien maar één keer in je leven.
6 Een laptop kan nuttig zijn om iedere dag je foto’s te bekijken en beoordelen. Zo weet je wat je bij volgende foto’s eventueel anders wilt doen.
7 controleer van te voren de oplaadmogelijkheden. In lodges en hotels zal je waarschijnlijk een verloopstekker nodig hebben. Als je kampeert zijn er soms oplaadmogelijkheden middels een generator of je kunt via een convertor via de accu van het voertuig opladen. of de convertor voldoende capaciteit heeft voor je accu’s en/of laptop.
8 een goede fototas in essentieel om het materiaal goed in te vervoeren tijdens de hobbelige en soms zeer stoffige wildsafari.
9 boek een fotografietrip zodat je voldoende tijd hebt om te fotograferen.
10 als je zelf rijdt, rij anticiperend en wees bedacht op slechte wegen en wild op de weg. In sommige landen en parken kan GPS of een satelliet telefoon handig zijn voor navigatie.
Wie is deze auteur?

Mijn naam is Loulou Beavers en ik ben professioneel natuurfotograaf. Mijn foto’s en artikelen worden regelmatig gepubliceerd in diverse tijdschriften en boeken. Tevens organiseer ik verschillende fotoworkshops en fotoreizen. Bekijk hier mijn website.
Alle blogs geschreven door Loulou Beavers vind je hier.