Macrofotografie is een prachtig tijdverdrijf in de zomer. Mooi weer, weelderige natuur en flink wat insecten staat natuurlijk garant voor uren fotoplezier. Welke soorten kom je aan het einde van de zomer tegen en hoe pak je het fotograferen aan?
Spinnen
Het najaar is natuurlijk bij uitstek de periode om spinnen te zien en te fotograferen. Toch zijn er in de zomer en in de aanloop naar het najaar natuurlijk al heel veel spinnen te vinden. De meeste soorten hebben hun paartijd in mei en ze zijn dus wel degelijk al aanwezig in de zomer. We zien ze simpelweg meer in het najaar omdat ze dan naar binnen komen en ook groter van formaat zijn. In de zomer zitten ze gewoon buiten en dat is voor de macrofotograaf natuurlijk prima. Op die manier kun je ze in een natuurlijke setting fotograferen met mooi groen om de spin heen. Een regenachtige zomer zoals deze is daarnaast ideaal voor het fraai vastleggen van spinnenwebben. Door de druppels zijn ze fraai zichtbaar.
Juffers
Ook juffers en libellen zijn graag geziene soorten in de zomer. Ze vallen allebei onder de libellen, maar juffers zijn gelijkvleugelig en libellen ongelijkvleugelig. Dat betekent dat bij juffers de vleugels allemaal dezelfde vorm hebben en bij libellen daar verschil in zit. Het is maar dat je het weet. Zoals je misschien wel weet of ooit hebt opgemerkt leven juffers en libellen voornamelijk in de buurt van water. Beekjes, rivieren, vijvers; je vindt er bijna altijd libellen en juffers in uiteenlopende soorten. Ze zijn redelijk rustig qua gedrag en blijven soms rustig zitten op een plant, dat maakt ze voor een fotograaf een mooi doelwit. Augustus is een goede maand om libellen en juffers te spotten, want de meeste soorten hebben dan hun vliegtijd. Overigens zijn libellen of juffers niet gevaarlijk, in tegenstelling tot wat door sommigen wordt gezegd. De meeste soorten kunnen niet bijten of steken en ze zullen dit nooit uit zichzelf doen.
Sprinkhanen
Sprinkhanen zijn een andere fotogenieke insectensoort. In de zomer kun je – als je goed kijkt – veel sprinkhanen ontdekken. Natuurlijk hoor je ze vaak als ze hun kenmerkende geluid maken, maar zien kun je ze natuurlijk ook. Ze zijn soms best groot en kunnen best eventjes stil zitten voor een goede foto. Als ze weer gaan springen zijn ze haast niet bij te houden, zorg er dus voor dat je snel toeslaat als je een sprinkhaan op een mooie plek ziet zitten. Dat is soms nog wel een uitdaging, omdat ze het liefst in dichte beplanting zitten en niet vaak open en bloot te zien zullen zijn. Beweeg rustig en ga op ooghoogte (van de dieren) te werk.