Redactie
11 november 2019, 10:05
Bij de basisontwikkeling in Adobe Lightroom horen onder andere het profiel en de witbalans. We leggen je uit hoe je hierin de juiste keuzes maakt gedurende de nabewerking!
Profiel en witbalans
In het rechter paneel doe je de meeste bewerkingen. Boven in dat paneel zie je het blokje Standaard. Daarin doe je de basis ontwikkeling, en voor veel foto’s is dat ook alles wat je nodig hebt voor een prima resultaat.
Profiel instellen
Als eerste binnen het paneel Standaard vind je het Profiel. Een profiel omschrijft een bepaalde standaard manier om het raw-bestand om te zetten, en daarnaast zijn er ook nog ‘creatieve’ profielen om allerlei effecten te creëren. Die laatste profielen kan je ook gebruiken bij niet-raw-bestanden. Je kunt enkele profielen als favorieten instellen, die komen dan in het lijstje achter het woord ‘profiel’. Daarnaast kan je op het browser-icoon klikken om een overzicht van alle profielen te krijgen met een handige voorvertoning, zodat je meteen kan zien wat zo’n profiel zou doen. Adobe Kleur is het standaardprofiel voor raw-bestanden, dus dat staat hier nu ingesteld. Je zou dit kunnen veranderen in Adobe Landschap als je iets meer kleur in het beeld wilt hebben. Voor nu laten wij het op Adobe Kleur.
In het rechter paneel doe je de bewerkingen. Hier zie je verschillende kleurprofielen die Lightroom bevat.
Witbalans instellen
Licht heeft op verschillende momenten van de dag een verschillende kleur, en ook bij verschillende weerstypen. Onze hersenen corrigeren hiervoor moeiteloos, en daarom moeten onze foto’s hier ook voor gecorrigeerd worden. Dat doe je met de Witbalans. Standaard staat de waarde ingesteld die de camera gebruikte tijdens de opname, maar vaak is dat niet helemaal goed. Koos je bij het fotograferen op een zonnige dag voor een witbalans die beter binnenshuis of bij kaarslicht past, dan zal je foto een kleurzweem tonen.
Lightroom kent drie manieren om de witbalans te corrigeren. Allereerst kun je gewoon de schuifjes Temperatuur en Tint verstellen, totdat je een mooi resultaat krijgt. Vaak is het een kwestie van smaak, dus daar is niets mis mee.
Je kunt de witbalans aanpassen door zelf aan de schuifjes Temperatuur en Kleurtint te schuiven.
De tweede methode is om een voorinstelling te kiezen als Daglicht, Bewolkt, Schaduw, etc. Omdat de tint dan altijd dezelfde waarde krijgt, geeft dit vaak niet het gewenste resultaat. Iedere camera heeft net een andere tint nodig, waardoor dit voor sommige camera’s goed gaat, maar bij andere camera’s het te paars of te groen wordt.
De witbalans kun je aanpassen door één van de voorinstellingen te kiezen.
De derde methode werkt met het Pipet (Witbalans selecteren). Dit pipet vind je links van de twee schuifregelaars. Klik met het pipet op een stukje in het beeld dat exact neutraal grijs zou moeten zijn. Je krijgt een extreem sterk vergrotende loep in een vierkantje erbij, zodat je heel nauwkeurig kunt werken. Lightroom corrigeert de witbalans dan zodanig dat dit element ook echt grijs is. Vaak is het wel mogelijk om zo’n stukje grijs te vinden, zoals een stuk beton. Wil je heel nauwkeurig werken, dan kun je tijdens je shoot een grijskaart mee fotograferen. Je klikt dan met de pipet op die kaart in de foto. De andere foto’s in de serie geef je dezelfde witbalans.
Je kunt ook een exact grijs stuk van de foto selecteren.
