Portretfotografie met natuurlijk licht is een van de meest populaire genres binnen de fotografie. Met weinig middelen kun je op die manier tot prachtige resultaten komen en met slim gebruik van het licht kun je bijvoorbeeld ook binnenshuis de indruk wekken dat je in een professionele studio aan het werk bent geweest. We kijken hier naar verschillende scenario’s zowel voor buiten- als binnenfotografie.
In de buitenlucht
Natuurlijk licht buiten
In de buitenlucht is meer dan genoeg natuurlijk licht aanwezig voor het maken van een mooi belicht portret. Dat is tegelijkertijd de moeilijkheid, want vaak is dat licht niet bijzonder genoeg om voor een mooi resultaat te zorgen. Midden op de dag is het licht bijvoorbeeld nogal saai en bovendien vaak erg hard: niet meteen een recept voor fraaie portretten. Daarnaast is licht buiten behoorlijk verspreid en heeft het dus weinig richting, waardoor het weinig karakter heeft.
Als je toch interessante portretten in de buitenlucht wilt maken, is het dus verstandig om op zoek te gaan naar composities waarin je dat licht kunt gebruiken, maar waarin je model toch duidelijk de hoofdrol heeft en ‘afsteekt’ tegen de achtergrond.
Ga dus op zoek naar plekken waar elementen in beeld te vinden zijn die schaduw, vorm en diepte aan je beeld geven. Dat kan een boom zijn, maar ook een muur of een gebouw. Positioneer je model bijvoorbeeld in de schaduw van een boom en zorg ervoor dat zijn of haar gezicht geraakt wordt door het zonlicht, dan heb je gegarandeerd een fraaie plaat te pakken. Of zoek naar contrast onder een boom, bij een brug of probeer schaduw en vorm te creëren door het gebruik van een hoed of creatief gebruik van kleding of van het lichaam.
Piet Agterhof
Olympus E-M1X · ISO 320 · F 2,2 · 1/100 SEC · 45 MM
Lichtsterk glas en onscherpte
Een andere manier om ‘saai’ en egaal buitenlicht te gebruiken voor het maken van een pakkend portret, is het gebruik van lichtsterke objectieven en het werken met onscherpte en de juiste bijpassende belichting. Het gebruik van een groot diafragma (een klein F-getal) zorgt er namelijk voor dat de scherptediepte klein wordt en er dus veel onscherpte ontstaat in je beeld.
Die onscherpte geeft je beeld vanzelf karakter. Dat is ideaal voor situaties waarin het licht zelf niet heel spannend is. Daarbij kun je in combinatie met de juiste instellingen van sluitertijd en iso-waarde zorgen voor een passende heldere belichting, waardoor de omgeving nog meer ‘wegvalt’ en je des te meer focus op je model krijgt. Zorg er natuurlijk altijd voor dat het model zelf goed belicht is en dat de ogen – of tenminste het oog dat zich vooraan bevindt – scherp zijn.
Jim Numans
Canon 90D · ISO 250 · F 13 · 1/30 SEC · 100 MM
Binnenshuis
Een beeldvullend portret bij een raam
Een portret bij een raam is een klassieke methode om op eenvoudige wijze een prachtig portret te maken. Natuurlijk invallend licht is een prachtig ingrediënt om mee te werken. Doordat het licht in een donkere ruimte naar binnen valt krijg je automatisch focus op elk onderwerp dat door dat invallende licht ‘geraakt’ wordt. In dit geval dus een model dat afhankelijk van jouw wensen naar het raam kijkt of de blik daar juist van afwendt.
Shannon Wessel
Panasonic Lumix DMC-G7 · ISO 200 · F 2,2 · 1/160 SEC · 45 MM
Afstand tot raam
Het invallende licht is vlak bij de ruit sterker dan bijvoorbeeld op een meter afstand van de ruit. Met dat gegeven kun je dus spelen en op die manier precies bepalen hoeveel licht er op de geportretteerde valt. Een paar centimeter naar voren of naar achteren kan heel veel schelen. Zoek naar een balans en kijk of dat de lichtsterkte overeenkomt met de stijl die je vooraf in gedachten hebt gekozen voor je shoot.
Daarnaast kun je op basis van je instellingen bepalen hoe donker of hoe licht je beeld gaat zijn. Hoe donkerder de foto in basis is, hoe meer contrast er ontstaat en hoe meer je het invallend licht kunt isoleren. Als je belichting lichter is, raakt het invallende licht eerder ‘gemengd’ met het aanwezige licht in de ruimte. Natuurlijk valt of staat alles bij een goede balans tussen het licht in de ruimte en het invallend licht dat de hoofdrol heeft in je portret.
Lars Mulders
Sony ILCE-7M2 · ISO 400 · F 2,8 · 1/200 SEC · 38 MM
Deuropening als geïmproviseerde studio
Als fotograaf kun je de mooiste beelden maken als je in staat bent om te improviseren. Vaak kun je met weinig middelen prachtige resultaten boeken als je weet hoe je het toch al aanwezige licht het beste kunt inzetten. Zo kun je zelfs in de deuropening van je schuurtje een prachtig portret maken waarvan men zich af zal vragen of dat er een professionele studio aan te pas is gekomen.
Wat je nodig hebt, is een opening naar de buitenlucht en een donkere ruimte daar weer achter. Een gang, de deuropening van je schuurtje of een openstaande garagedeur zijn bijvoorbeeld prima opties. Dat er met het blote oog wat rommel of andere elementen in het beeld te zien zijn maakt helemaal niet uit. Door goed gebruik te maken van het licht en je instellingen verdwijnen die elementen als sneeuw voor de zon. Kijk daar dus even doorheen en vertrouw op de kracht van het natuurlijke licht.
Je model positioneer je op de scheiding van binnen en buiten, maar eerder binnen dan buiten. Dit is ook afhankelijk van de sterkte van het licht, dus experimenteer vooral. Vervolgens kies je een passend en fraai diafragma, we raden bijvoorbeeld F 2,8 aan. Welk diafragma het beste past, is ook afhankelijk van de brandpuntsafstand die je gebruikt en de afstand tot je model. Zorg er in ieder geval voor dat de scherpte achter je model snel verdwenen is. Kies daarnaast een lage iso-waarde en een korte sluitertijd en je zult zien dat je na enig oefenen de meest prachtige portretten kunt maken in je eigen deuropening.