in

Dit zijn de meest gemaakte fouten met sluitertijd

De sluitertijd die je gebruikt bij het fotograferen is één van de drie belangrijke instellingen. Samen met de iso-waarde en het gebruikte diafragma vormt de sluitertijd de belichtingsdriehoek. Samen bepalen ze hoe je foto er qua belichting uit komt te zien en ze hebben dan ook allemaal invloed op de ander. Al deze instellingen zijn belangrijk, maar de gebruikte sluitertijd met name. Een foutje met de sluitertijd kan je namelijk de scherpte in je foto kosten.

Te lang

Overbelichting

De grootste problemen ontstaan door een te lange sluitertijd, dat zal iedere fotograaf weten. Als de sluitertijd te lang is, valt er (te) veel licht op de sensor en bestaat dus de kans dat je foto overbelicht raakt. Zeker op zonnige dagen licht overbelichting op de loer. Gebruik dus liever een te korte dan een te lange sluitertijd in dat geval.

Onscherpte

Een ander groot probleem waar je tegenaan kunt lopen als je sluitertijd te lang is, dat is onscherpte. Als je sluiter lang openstaat, dan heb je dus ook veel tijd om als fotograaf te bewegen. Daarnaast kan ook je onderwerp bewegen, waardoor je probleem nog een stap groter wordt. Vroeger was er een stelregel dat je nooit onder de sluitertijd moest komen die correspondeert met de brandpuntsafstand van je lens. Bij een 50mm is dat dus 1/50e. Tegenwoordig geldt dat in veel gevallen niet meer, omdat je camera en of lens uitgerust zijn met beeldstabilisatie waarmee je veel langer uit de hand kunt werken zonder de kans te lopen op een onscherp beeld. Belangrijk in deze: ken je apparatuur en weet hoe je camera of lens precies presteert en houd daar rekening mee tijdens het fotograferen. Gebruik liever een hogere iso-waarde dan dat je met een te lange sluitertijd aan de slag gaat.

Te kort

Ook een te korte sluitertijd kan problemen geven. Deze zijn nooit zo groot als bij een te lange sluitertijd, maar kunnen desalniettemin toch afbreuk doen aan je beelden.

Onderbelichting

Het belangrijkste effect van een te korte sluitertijd is natuurlijk dat je foto te donker wordt. Je lens staat kort ‘open’ en er kan dus weinig licht naar binnen vallen. Gevolg is een te donkere foto, waarbij je achteraf in de nabewerking nog kunt proberen om details in alle donkere partijen op te zoeken. Veel camera’s hebben tegenwoordig een prima dynamisch bereik en zullen dus veel beeldinformatie opnemen in de donkere gedeeltes, maar ideaal is deze aanpak natuurlijk allerminst.

Gebrek aan dynamiek

Bij het fotograferen van bewegende onderwerpen kan het voorkomen dat je de dynamiek van dat onderwerp – een vogel, auto of kind – wilt vastleggen zodat de kijker ook in de gaten heeft dat je onderwerp aan het bewegen was op het moment dat je de foto genomen hebt. Een te korte sluitertijd maakt korte metten met dat beoogde effect, waardoor je het ondewerp ‘bevriest’. Hoewel dat vaak een mooi en soms ook gewenst effect geeft, is het funest voor de weergave van dynamiek. Een rijdende race-auto lijkt stil te staan en een rennend kind een standbeeld.

Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

Het fundament van Photoshop: foto’s samenvoegen

Review: Profoto B10 Plus – Zoom.nl