Concertfotografie is een erg lastige vorm van fotografie; er gebeurt heel veel op het podium en je werkt vaak onder barre lichtomstandigheden. Om dan toch nog met mooie foto’s thuis te komen, hebben we zes belangrijke tips voor concertfotografie op een rijtje gezet.
Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie
Weet wie je fotografeert
Het is erg belangrijk dat je van tevoren precies weet wie je gaat fotograferen. Geen enkele show is hetzelfde en je kunt veel tijd verspillen aan het opnieuw in moeten stellen van je camera als de verlichting toch ineens anders blijkt te zijn. Bekijk daarom van tevoren wat voor soort shows deze band normaal gesproken geeft. Hoeveel bandleden zijn er en gebruiken ze veel lichteffecten? Is er een ‘Signature move’ die altijd gedaan wordt? Dit alles is belangrijk om te weten nog voordat de show begint, zodat je je apparatuur en instellingen erop aan kunt passen.

Let op de regels
Bij concertfotografie is het bijna altijd niet toegestaan om te flitsen. Dit kan voor problemen zorgen als je niet precies weet hoe je het tekort aan licht moet opvangen. Bovendien kan het ook zo zijn dat een artiest van tevoren aan heeft gegeven dat er slechts op bepaalde momenten gefotografeerd mag worden, of slechts van een bepaalde plek. Soms mag een fotograaf in het publiek staan, maar soms moeten ze achter in de zaal blijven staan. Laat je daarom van tevoren altijd goed informeren. Zo weet je ook welke objectieven je mee moet nemen. In elk geval is het belangrijkste voor concertfotografen dat je absoluut nooit het publiek of de band in de weg mag lopen. Mensen betalen vaak veel geld voor een concert, terwijl jij soms als officiĆ«le fotograaf zelfs gratis naar binnen mag. Deze mensen gaan altijd voor op jouw foto’s.

Begin klein en oefen veel
Aangezien je bij grote concerten niet zomaar mag fotograferen (Je moet eerst een speciale pas krijgen om professionele camera-apparatuur mee te mogen nemen) is het handig om klein te beginnen. Ga naar zo veel mogelijk kleine zaaltjes, zoek naar optredens van beginnende artiesten of ga naar festivals. Zo kun je ook meteen goed oefenen met je instellingen. Zoals eerder gezegd is geen enkele show hetzelfde en je moet snel kunnen reageren, zodra bijvoorbeeld het licht verandert. (En dat doet het vaak elke paar seconden…) Bovendien is het vaak handiger om bij concerten handmatig scherp te stellen, omdat je autofocus de veranderingen in licht vaak niet bij kan houden. Ook dit is vooral in het begin erg lastig als je het nog niet zo vaak hebt gedaan.

Maak een portfolio en fotografeer in opdracht
Maar wat als je bij een grote band of in een grote zaal wilt fotograferen? Dan moet je kunnen bewijzen dat je het kan. Eigenlijk is de enige manier om een perskaart te krijgen om te fotograferen in opdracht. Dit kan doordat je de band kent, de organisatie die de band faciliteert, of in sommige gevallen, als je heel veel geld betaalt voor een speciale VIP ticket. In al deze gevallen zal je worden gevraagd om een portfolio met je werk. Hier komt het dan ook meteen goed van pas als je al eerder bij kleinere concerten hebt geoefend.

De juiste apparatuur
Aangezien je niet met een zware tas rond wilt zeulen en continu je lenzen wilt verwisselen, is het belangrijk de juiste apparatuur bij je te hebben. Het handigste is een lichte zoomlens of een objectief van 35 a 50mm. (Tenzij alle fotografen achterin de zaal moeten blijven staan, dan is natuurlijk een sterkere zoom nodig.) Aangezien je de ISO natuurlijk zo laag mogelijk wilt houden en de verlichting vaak niet optimaal is, is het ook erg handig om een lichtsterk objectief te gebruiken.
Lees bijvoorbeeld meer over de lichtsterke 50mm 1.8, die tevens erg bruikbaar is voor concertfotografie.

Instellingen
De instellingen die je gebruikt variĆ«ren van concert tot concert, en natuurlijk variĆ«ren ze ook tijdens een concert van moment tot moment. De belangrijkste regel is: Kies eerder een lage ISO-stand dan een kleiner diafragma wanneer je met een snelle sluitertijd kunt fotograferen. Sluitertijd is cruciaal. Meestal bewegen muzikanten erg veel op het podium en als je sluitertijd te langzaam is, kan het zijn dat al je foto’s bewogen worden. Neem daarom een sluitertijd van minimaal 1/125ste of 1/60ste seconden, maar het liefst nog korter. Experimenteer in de eerste minuten van het optreden vooral met je ISO-waarden. Je wilt deze het liefst zo laag mogelijk houden. In het beste geval staat de artiest in een spotlicht of wordt hij over het algemeen goed verlicht, dan kun je bijvoorbeeld best een ISO van 400 of 800 nemen. Is dit echter niet het geval, dan moet je toch vaak een iets hogere waarde instellen. Qua lichtmeting kun je het beste voor spotmeting kiezen. Wanneer je dit niet doet kijkt de camera naar het licht van de omgeving met als resultaat dat de artiest over- of onderbelicht raakt.
Wil je inspiratie opdoen? Kijk dan eens naar de collectie concertfotografie!
